Schwarzwalder kirschtaartjes

Schwarzwalder kirschtaartjes
Op koude en natte herfstdagen wil ik het liefste binnen zitten. Lekker op de bank, onder een dekentje met een goed boek op schoot. Maar wanneer het buiten droog en zonnig is tref je mij waarschijnlijk wandelend in de bossen aan. De natuur in de herfst is prachtig en de koude lucht werkt heerlijk verfrissend. Een flinke herfstwandeling is voor mij dé perfecte manier om het hoofd helemaal leeg te maken. 

En hoewel ik graag alleen op pad ga, heb ik een tijdje geleden samen met mijn nichtje de wandelschoenen aangetrokken. Ze is dan wel geen kilometervreter zoals haar tante, maar ze kan oprecht genieten van het buiten zijn en wandelen in de natuur. Er valt ook zoveel te ontdekken, in de bossen raakt ze niet uitgekeken. Met een schitterende dennenappel, een paar eikeltjes en een kleurrijk herfstblad keerden we aan het einde van de ochtend weer huiswaarts. Haar dag kon niet meer stuk. Vooral niet toen ik haar vertelde dat we ook nog eens samen taartjes gingen bakken, en we die taartjes gingen versieren met chocolade dennenappels en herfstbladeren. Er was wel even een moment van teleurstelling toen ik haar moest vertellen dat ze echt niet van de taartjes mocht proeven omdat er alcohol in verwerkt zat. Of we geen Schwarzwalder kirschtaartjes zonder kirsch hadden kunnen maken. Ja, dat had gekund, maar tante Tessa vindt een beetje alcohol in haar baksels echt verschrikkelijk lekker. 

Gelukkig was ze ook tevreden met wat slagroom op een gebaksbordje, een handvol vlokken en twee dennenappels. Haar moeder, oma en ik hebben ondertussen heerlijk genoten van deze verrukkelijke ‘taartjes-voor-volwassenen’. Bij iedere hap proef je heerlijke luchtige chocoladecake, sappige kersen, romige slagroom, frisse kirsch en krokante chocoladevlokken. Ook onze dag kon niet meer stuk.


Ingrediënten
  • 5 eidooiers
  • 5 eiwitten
  • 205 g fijne kristalsuiker + 1 el
  • 1 tl vanille-extract
  • 45 g cacaopoeder + 1 el
  • 2 el kersenjam
  • 2 el kirsch + 1 ½ tl 
  • 1 blaadje witte gelatine
  • 1 klein potje kersen op siroop
  • 12 g maïzena
  • 450 ml slagroom
  • ca. 150 g chocoladevlokken
Extra nodig
Bakplaat van 36 bij 26 centimeter, bakpapier, ronde uitsteker van 6 cm doorsnee, 5 kookringen van 7 cm doorsnee en 5 cm hoog, acetaatfolie, snijplank, spuitzakken, huishoudfolie, gekarteld spuitmondje
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, 25-30 minuten oven, 3 uur wachten

  • Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de bakplaat in en bekleed hem met bakpapier, laat het papier aan alle kanten overhangen. 
  • Klop in een kom 5 eidooiers met 100 g fijne kristalsuiker tot je een dikke, bleke en romige crème hebt. Meng er 1 tl vanille-extract doorheen. 
  • Zeef 45 g cacaopoeder boven het dooiermengsel en spatel dit er luchtig doorheen.
  • Klop in een vetvrije kom 5 eiwitten tot het schuim in zachte pieken blijft staan. Strooi er dan geleidelijk 50 g fijne kristalsuiker bij en blijf kloppen tot het schuim in stijve pieken blijft staan. 
  • Maak het dooiermengsel los door er een paar lepels schuim door te roeren. 
  • Spatel  er vervolgens voorzichtig in 2 porties de rest van het schuim door. Probeer de luchtigheid niet kwijt te raken. 
  • Giet het cakebeslag op de bakplaat en strijk het glad.
  • Bak de cake in ongeveer 25-30 minuten gaar in de oven.
  • Leg ondertussen vel bakpapier op je werkvlak. 
  • Meng 1 el cacaopoeder samen met 1 eetlepel fijne kristalsuiker in een kommetje. Strooi & strijk dit uit over het vel bakpapier. 
  • Als de cake gaar is haal je hem uit de oven. Laat hem heel even afkoelen en keer hem dan om op het met cacao en suiker bestrooide bakpapier. Laat afkoelen. 

  • Steek met de ronde uitsteker 15 rondjes uit de cakeplak. 
  • Bekleed een plat bord of snijplank met bakpapier. Bekleed de binnenzijde van de kookringen met acetaatfolie en plaats ze op de snijplank.
  • Bestrijk 5 cakeplakjes met de kersenjam. Leg deze cakeplakjes (met de jamkant naar boven) in de kookringen. 
  • Bestrijk 5 cakeplakjes met 2 el kirsch. Leg deze plakjes op de andere cakeplakjes in de kookringen. 
  • Week 1 blaadje witte gelatine in ruim koud water.
  • Giet het potje kersen leeg in een zeef en vang het sap op. 
  • Weeg 100 g kersen en 100 g kersensap af.
  • Roer 2 eetlepels van het kersensap met 12 g maïzena tot een glad papje.
  • Breng het resterende kersensap aan de kook in een steelpannetje.  
  • Neem de pan van het vuur en voeg het maizena-mengsel al roerend aan het sap toe. 
  • Laat dit mengsel onder voortdurend roeren 1 à 2 minuten op een laag vuur zachtjes doorkoken, tot het gebonden is.
  • Roer er de kersen door en haal de pan van het vuur.
  • Verdeel dit kersenmengsel over de kookringen. Druk goed aan. 
  • Klop 200 ml slagroom met 25 g fijne kristalsuiker en 1 ½ tl kirsch stijf. 
  • Knijp het blaadje gelatine uit en smelt deze in een schaaltje in de magnetron. Let op: dit duurt slechts een paar seconden.
  • Spatel de gesmolten gelatine door de slagroom.
  • Vul een spuitzak met de slagroom en spuit het in de kookringen op de kersen. 
  • Leg in elke kookring op de slagroom een cakeplakje en druk aan. 
  • Dek de taartjes af met huishoudfolie en laat 2 uur opstijven in de koelkast. 

  • Klop 250 ml slagroom met 30 g fijne kristalsuiker stijf.
  • Haal de taartjes uit de koelkast en verwijder de ringen en folie. 
  • Bestrijk de zijkant van de taartjes met slagroom.
  • Verkruimel de chocoladevlokken in een kom en rol de taartjes door de vlokken. Of druk de vlokken tegen de zijkant van de taartjes. 
  • Bestrijk de bovenkant met de taartjes met slagroom en strooi er vlokken over. 
  • Doe de resterende slagroom in een spuitzak met gekarteld spuitmondje en spuit een toef slagroom op elk taartje. 
  • Garneer de taartjes naar wens met (verse) kersen of (bij gebrek aan kersen) chocolade decoratie naar keuze.

Reacties