Appelnotentaart

Appelnotentaart
Ruik ik de herfst, dan denk ik aan appels. In de achtertuin van mijn ouderlijk huis stond een appelboom, waar in de herfst de allerlekkerste sterappels aan hingen. Mijn moeder maakte er altijd zelfgemaakte appelmoes mee, met veel kaneel en suiker, die bij voorkeur een beetje lauw gegeten werd. Mmmm. Het was geen hele grote appelboom, dus we hadden nooit een groot appel-overschot. Maar als we die wel gehad hadden, dan had mijn moeder er vast en zeker een appeltaart mee gebakken, met veel kaneel en suiker. 

Een appeltaart met sterappels kan ik nu helaas niet bakken, ik heb echt geen idee waar deze appels verkrijgbaar zijn, maar gelukkig zijn er ook volop andere rassen hevig blozende appels te koop. Appels waar je echt de állerlekkerste appeltaart mee kunt bakken: deze appelnotentaart. Hij heeft een heerlijke krokante bodem met een vleugje citroenrasp, een laagje zachte frangipane, romige banketbakkersroom, appelblokjes met kaneel én krokante noten én abrikozenjam voor een mooie glans. Elke hap is een waar genot voor (bijna) alle zintuigen. 


Ingrediënten
  • 250 ml volle melk
  • 275 g kristalsuiker
  • 23 g custardpoeder
  • 2 eidooiers
  • 270 g bloem
  • 2 tl bakpoeder
  • 255 g boter
  • 80 g lichtbruine basterdsuiker
  • fijn geraspte schil van ½ citroen
  • snufje zout
  • 65 g amandelmeel
  • 1 ei
  • ca. 900 g appels
  • ¾ tl kaneel
  • 125 g gemengde noten
  • 125 ml slagroom
  • ca. 250 g abrikozenjam
Extra nodig
Huishoudfolie, bakplaat, bakpapier, taartring van 18 centimeter doorsnee, spuitzak, zeef
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, 22 minuten oven, 2 ½ uur wachten

  • Maak eerst de banketbakkersroom.
  • Roer in een kommetje 50 ml melk met 25 g kristalsuiker, het custardpoeder en 1 eidooier door elkaar tot een glad papje.
  • Breng 200 ml melk met 25 g kristalsuiker in een steelpan op laag vuur aan de kook. 
  • Giet een deel van de kokende melk over het koude melkmengsel en roer goed door elkaar. 
  • Giet dit vervolgens terug bij de hete melk. Laat de room op laag vuur, onder voortdurend roeren, 2 minuten zachtjes doorkoken. 
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal en laat afgedekt met huishoudfolie afkoelen. Zorg ervoor dat de folie direct op de room ligt, zodat er geen velvorming kan plaatsvinden.

  • Maak het sloffendeeg.
  • Zeef 250 g bloem en 2 tl bakpoeder boven een kom. 
  • Voeg 180 g roomboter, 100 g fijne kristalsuiker, 80 g lichtbruine basterdsuiker, één eidooier, de rasp van een halve citroen en een snufje zout toe.
  • Kneed de ingrediënten kort met de hand tot een samenhangend deeg. Kneed echt niet te lang door: zodra er van het deeg een samenhangende bal gevormd kan worden is het goed.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het minimaal 1 uur in de koelkast rusten.

  • Maak de frangipane.
  • Meng 65 g amandelmeel met 65 g kristalsuiker. 
  • Klop 65 g boter zacht en romig. Klop er het amandelmeel-mengsel en 1 ei door.
  • Zeef er 20 g bloem boven en spatel deze erdoor.
  • Dek de kom af met huishoudfolie en plaats tot gebruik in de koelkast. 

  • Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
  • Haal het deeg uit de koelkast en rol de helft van het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een dikte van 1 centimeter.  
  • Druk met de taartring een passende deegplak uit het deeg.
  • Plaats de deegplak op de bakplaat. Vet de taartring in en plaats deze om de deegplak.
  • Vul een spuitzak met de frangipane en spuit het op de deegplak. Laat minstens 2 cm van de rand vrij.
  • Bak de taartbodem in ca. 22 minuten gaar in het midden van de voorverwarmde oven. 
  • Verwijder de taartring meteen na het bakken en laat de taartbodem afkoelen. 

  • Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze in kleine blokjes. Je hebt ongeveer 750 g appelblokjes nodig.
  • Meng 60 g kristalsuiker met ¾ tl kaneel en strooi dit over de appelblokjes. Schep de appels om, zodat ze helemaal bedekt zijn met de kaneelsuiker.
  • Doe de appelblokjes samen met 10 g koude boter in een ruime (wok)pan en verwarm dit op laag vuur. Bak de appelblokjes een paar minuten (vergeet niet regelmatig om te scheppen), tot ze zacht zijn geworden (maar wel nog een beetje bite hebben). 
  • Laat de appelblokjes afkoelen.
  • Spatel er voorzichtig de gemengde noten door. 

  • Klop 125 g banketbakkersroom met 125 ml slagroom op tot een spuitbare crème. 
  • Spuit deze crème op de afgekoelde taartbodem. Plaats in de koelkast zodat de crème op kan stijven. 
  • Haal de taartbodem uit de koelkast en verdeel er het appel-noten mengsel over. Druk zachtjes aan. 
  • Verwarm de abrikozenjam met 1 eetlepel water in een steelpannetje. 
  • Wrijf de jam door een zeef en bestrijk er royaal de taart mee. 
  • Serveer.


Reacties