Appelkruimelkoeken
Hoewel ik er flink van baal dat het aanbod van vers zomerfruit in deze tijd van het jaar weer terug aan het lopen is, ben ik heel erg blij dat er weer appels van de nieuwe oogst verkrijgbaar zijn. Er gaat immers niets (nou ja, bijna niets) boven het eten van een lekker vers, knapperig, geurig en sappig appeltje. Mmmm. En met al die lekkere verse appels kan een verrukkelijk vers appelgebakje natuurlijk niet uitblijven. Het maken van een (klassieke) appeltaart ligt uiteraard voor de hand, maar daar ben ik voor nu even van afgeweken.
Omdat ik al enige tijd geen koekjes meer gemaakt heb, besloot ik appelkruimelkoeken te maken. En daar kreeg ik geen spijt van. Alleen al de geur stemde iedereen hier in huis blij en tevreden. De heerlijke stukjes appel, die op smaak zijn gebracht met wat kaneel en nootmuskaat, smelten op je tong en zijn omhuld door een heerlijk geurend goudkleurig boterdeeg en bedekt met een krokant kruimellaagje: een gouden combinatie. Deze royale koeken zijn echt om van te smullen.
Ingrediënten
- 75 g sultana rozijnen
- 3 el bruine rum
- 50 g witte basterdsuiker
- 100 g zachte roomboter
- 15 g losgeklopt ei
- geraspte schil van 1/3 citroen
- snufje zout
- 1 ¼ tl bakpoeder
- 250 g Zeeuwse bloem
- 35 g lichtbruine basterdsuiker
- 80 g koude boter
- ca. 300 g appel
- 65 g fijne kristalsuiker
- ¾ tl kaneel
- ¼ tl nootmuskaat
- poedersuiker
Extra nodig
8 ronde bakringen van 6 cm doorsnede en 3 cm hoog, huishoudfolie, bakpapier, grote ronde uitsteker van ca. 11 cm doorsnee
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, ca. 15-17 minuten oven, minstens 4 uur wachten
Werkwijze
- Was de rozijnen, dep ze droog met wat keukenpapier en doe ze in een kommetje.
- Breng de rum aan de kook en giet deze over de rozijnen. Wel de rozijnen ten minste 3 uur in de rum.
- Meng 50 g witte basterdsuiker, 100 g zachte roomboter, 15 g losgeklopt ei, de citroenrasp en een snufje zout door elkaar.
- Meng er vervolgens ¾ tl bakpoeder en de 150 g Zeeuwse bloem door.
- Kneed van de ingrediënten een samenhangend deeg.
- Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat het minstens 1 uur in de koelkast rusten.
- Meng 100 g Zeeuwse bloem, ½ tl bakpoeder, 35 g lichtbruine basterdsuiker en 70 g koude boter in blokjes met je vingertoppen tot kruimels.
- Plaats de kom met kruimels afgedekt in de koelkast.
- Schil de appels, snijd ze in vieren en verwijder de klokhuizen. Je moet ongeveer 250 g vruchtvlees overhouden.
- Snijd de appelkwarten in kleine stukjes.
- Meng 65 g fijne kristalsuiker met de kaneel en nootmuskaat en strooi dit over de appelstukjes. Schep de appels om, zodat ze helemaal bedekt zijn.
- Doe de stukjes appel samen met 10 g koude boter in een ruime (wok)pan en verwarm dit op laag vuur. Bak de appels een paar minuten (regelmatig omscheppen!), tot ze wat zachter zijn.
- Doe de appelstukjes in een vergiet en laat ze afkoelen.
- Spatel de gewelde rozijnen voorzichtig door de appelstukjes.
- Verwarm de oven voor op 210°C (boven- en onderwarmte). Bekleed een bakplaat met bakpapier.
- Rol het deeg op een licht bebloemd werkvlak uit tot een lap van 2 millimeter dikte.
- Steek er met de ronde uitsteker 8 ronde plakken uit.
- Bekleed de bakringen met het deeg. Druk goed aan. Snijd het overtollige deeg weg.
- Plaats de ringen op de bakplaat en vul ze met het appelmengsel. Druk stevig aan.
- Bestrooi met de kruimels en druk de kruimels lichtjes aan.
- Bak de koeken ca. 15-17 minuten in het midden van de voorverwarmde oven.
- Laat de koeken afkoelen in de ringen.
- Druk ze eenmaal afgekoeld voorzichtig uit de ringen.
- Bestrooi de koeken voor het serveren met wat poedersuiker.
Reacties
Een reactie posten