Kruimelvlaai met blauwe bessen

Kruimelvlaai met blauwe bessen

De Limburgse vlaai. Een gebaksoort die iedereen kent en eigenlijk altijd wel bij iedereen in de smaak valt. Ik heb in ieder geval nog nooit iemand ontmoet die niet graag zijn tanden in deze lekkernij zet. En hoewel overal in Nederland Limburgse vlaaien verkrijgbaar zijn, smaken ze natuurlijk nergens zo lekker als op Limburgse bodem. Mmmm. De smaak van zo’n echte verse Limburgse vlaai van een ambachtelijk bakker is natuurlijk niet te evenaren of te overtreffen, maar dat weerhoudt mij er niet van om zelf ook vlaaien te bakken. 

En sinds enige tijd heb ik het perfecte bakboek in mijn bezit om zelf de allerlekkerste vlaaien te maken: Vlaai van Roel Peeters. Echt een fantastisch boek met duidelijke receptuur, foto’s om van te watertanden en de meest verrukkelijke vlaai-variaties. Een meesterwerk wat gewoon niet in je boekenkast mag ontbreken. Elk recept wil je gewoon een keer maken. Echt waar. 

Ik ben afgelopen week aan de slag gegaan met zijn kruimelvlaai met blauwe bessen. Het resultaat was tongstrelend lekker. Op de dunne bodem van gistdeeg ligt een zachte banketbakkersroom met daarop frisse blauwe bessen die bedekt worden onder een laag goudbruine knapperige kruimels. Heerlijk genieten.

Tip: voeg de geraspte schil van 2-3 citroenen toe aan de banketbakkersroom voor een lekkere frisse toets. 



Ingrediënten

  • 1 vanillestokje
  • 725 g melk
  • 150 g fijne kristalsuiker
  • 175 g boter
  • 120 g eidooiers
  • 25 g maïzena
  • 305 g bloem
  • 10 g verse gist (bakkersgist)
  • 65 g witte basterdsuiker
  • 3 g zout
  • 1 tl citroenrasp
  • ca. 225 g blauwe bessen
Extra nodig
Vlaaipan van 27-30 cm Ø, folie, deegroller, taartrooster, deegkrabber
Tijd (ongeveer)
>60 minuten bereiding, ca. 30 minuten oven, 3 uur wachten

  • Maak de banketbakkersroom.
  • Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap het merg eruit.
  • Doe 600 g melk samen met het vanillemerg, de 2 halve vanillestokjes, 50 g fijne kristalsuiker en 10 g boter in een steelpan.
  • Breng rustig al roerend aan de kook.
  • Draai het vuur uit en laat de melk 30 minuten rusten om de vanillesmaak goed in te laten trekken.
  • Meng ondertussen 120 g eidooiers met 35 g maïzena, 50 g fijne kristalsuiker en 50 g melk in een kom.
  • Breng de melk weer aan de kook, en voeg een flinke scheut toe aan het dooiermengsel in de kom. Roer goed door elkaar met een garde.
  • Voeg de gemengde massa toe aan de melk in de pan en roer goed door met een garde.
  • Breng al roerend op laag vuur aan de kook. Kook de banketbakkersroom nog ca. 2 minuten door om deze volledig te binden.
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal, dek af met huishoudfolie (druk de folie op de room) en laat afkoelen.

  • Maak het vlaaideeg.
  • Doe 90 g bloem met 75 g lauwe melk en 10 g verse gist in een kom.
  • Meng dit met de hand tot een homogene massa. Zet apart.
  • Doe 75 g bloem, 15 g witte basterdsuiker, 3 g zout en 65 g boter in een andere kom (of leg het op je schone werkbank).
  • Wrijf deze ingrediënten met je handen door tot een kruimelig mengsel.
  • Wanneer alle bloem in de kruimels is opgenomen en er geen vrije bloem meer zichtbaar is, leg je de kruimels op het gistmengsel is de andere kom.
  • Laat 15 minuten staan.
  • Kneed het vervolgens met de handen door elkaar, totdat er een homogene massa ontstaat. Kneed niet te lang door. Het deeg zal erg plakkerig zijn, maar voeg geen extra bloem toe.
  • Vorm van het deeg een bal (gebruik desgewenst een deegschraper om het deeg bij elkaar te krijgen).
  • Leg de bal in een kom en bedek deze met huishoudfolie of een theedoek om uitdroging te voorkomen.
  • Laat het deeg 30 minuten op een warme plaats rijzen.

  • Maak de kruimels.
  • Doe 100 g boter met 50 g witte basterdsuiker, 50 g fijne kristalsuiker, 140 g bloem en de 1 tl citroenrasp in een kom.
  • Meng met je vingers door elkaar tot alle bloem is opgenomen en er grove kruimels gevormd zijn.

  • Bestrijk de binnenzijde van de vlaaipan met boter.
  • Bestrooi je werkbank met bloem.
  • Druk het gerezen bolletje deeg met je handen plat.
  • Rol het deeg met je roller uit, waarbij je éénmaal rolt, dan het deegplakje lostrekt van je werkbank, de onderkant naar boven legt en het deegstuk een kwartslag draait.
  • Daarna rol je het deeg opnieuw éénmaal op en neer met de roller.
  • Blijf deze stappen herhalen tot het deeg het juiste formaat heeft.
  • Bekleed de vlaaipan met het deeg. Zorg ervoor dat er geen lucht onder de deegplak zit.
  • Prik met een vork gaatjes in het deeg, om de laatste lucht de kans te geven om te ontsnappen.

  • Roer de banketbakkersroom los met een garde.
  • Verdeel de room over de vlaaibodem en strijk glad.
  • Verdeel de bosbessen over de banketbakkersroom.
  • Verdeel vervolgens de kruimels over de vlaai.
  • Laat de vlaai nog 30 minuten rijzen op de werkbank.
  • Verwarm de oven voor op 210°C (boven- en onderwarmte).
  • Rol na het rijzen het overtollige deeg van de vlaaipan met behulp van een rolstok.
  • Bak de vlaai in het midden van de voorverwarmde oven in ca. 30 minuten af, totdat deze goudbruin is.
  • Haal de vlaai na het bakken meteen uit de vlaaipan en laat afkoelen op een rooster.
  • Bestrooi voor het serveren desgewenst met wat poedersuiker.




Reacties

  1. Kan het ook met ander fruit? Zo ja welke soort is het beste?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoi!
      Je zou hier bijvoorbeeld ook frambozen, aardbeien of bramen voor kunnen gebruiken (eigenlijk alle soorten zacht fruit). Kersen of abrikozen kan ook, maar dan zou ik er koud bindmiddel bij gebruiken.
      Ik kan niet zeggen welke 'de beste' keuze is, dat is afhankelijk van je eigen smaak.
      Groeten,
      Tessa

      Verwijderen

Een reactie posten