Ricciarelli met tijm

Koekjes. Ik heb in mijn leven inmiddels tientallen (misschien wel meer dan honderd) verschillende soorten geproefd. Sommige waren verrukkelijk, sommige iets minder lekker, en sommige waren zó lekker dat ze het tot mijn top-favorieten-lijstje hebben geschopt. 

Een aantal recepten van deze koekjes heb ik al eens met jullie gedeeld, maar vandaag wil ik graag een fantastisch Italiaans koekje in het zonnetje zetten. Ricciarelli. Traditionele koekjes uit Siena die al sinds de veertiende eeuw gebakken worden. Ze worden gemaakt met amandelen, suiker (of honing) en eiwitten en vaak op smaak gebracht met sinaasappel. In Siena worden ze traditioneel met Kerstmis gegeten, in combinatie met een glaasje Vin Santo. 


De koekjes zijn krokant van buiten en hebben een chewy binnenkant die smelt in je mond. Hun gebarsten, sneeuwwitte buitenkant maakt ze tot een mooi koekje om te serveren, zelfs aan diegene die een glutenvrij dieet volgen. Nu had ik er natuurlijk voor kunnen kiezen om een recept voor een traditioneel ricciarelli koekje met jullie te delen, maar toen een tijdje geleden de nieuwste Jamie Magazine (nr. 53) bij mij op de deurmat plofte besloot ik anders. In dit magazine staat namelijk dit recept voor ricciarelli met tijm, en wow, is dat even een verrukkelijke smaakcombinatie. Ik en mijn proefpanel konden er geen genoeg van krijgen, ze happen echt heerlijk weg. Dus wacht zeker niet tot Kerstmis om ze te maken. Buon appetito! 

Tip: in plaats van de blanke amandelen fijn te malen met de poedersuiker, kun je ook amandelmeel met poedersuiker mengen ~ in plaats van verse tijm kun je ook gedroogde tijm gebruiken. Gebruik dan wel een kleinere hoeveelheid ~ bewaar de koekjes in een luchtdichte trommel.

Ingrediënten

• 300 g blanke amandelen
• 300 g poedersuiker
• 2 el verse tijmblaadjes
• 85 g fijne kristalsuiker
• rasp van ½ citroen
• 2 eiwitten
• ½ tl amandelextract

Extra nodig

Keukenmachine, 2 bakplaten, bakpapier, huishoudfolie

Tijd (ongeveer)

> 30 minuten bereiding, 11-12 minuten oven, 1 nacht wachten

• Begin een dag van tevoren met dit recept. Maal de amandelen met 200 g poedersuiker fijn in een keukenmachine. 
• Doe dit mengsel in een kom en roer er de tijm (je kunt de blaadjes eventueel nog wat fijner hakken), de fijne kristalsuiker en de citroenrasp door. Zet apart. 
• Klop in een andere kom de eiwitten stijf. Klop er het amandelextract door. 
• Spatel het eiwitschuim door het amandel-poedersuikermengsel. 
• Dek de kom af met huishoudfolie en plaats hem een nacht in de koelkast. 
• Verwarm de volgende dag de oven voor op 200°C. Bekleed twee bakplaten met bakpapier.
• Strooi 100 g poedersuiker in een ruim bord. 
• Haal het deeg uit de koelkast en verdeel het in 20 porties. 
• Rol van elk stukje deeg een worstvormpje. 
• Wentel de worstjes één voor één door de poedersuiker en zorg ervoor dat ze rondom helemaal bedekt zijn. 
• Leg de worstjes op de met bakpapier beklede bakplaten. 
• Druk elk worstje een beetje plat met je handpalm, tot het ongeveer anderhalve centimeter dik is.
• Bak de koekjes in 10-12 minuten in het midden van de voorverwarmde oven. 
• Laat de koekjes 5 minuten afkoelen op de bakplaat en laat ze daarna verder afkoelen op een rooster.