Gevulde koeken

 

 

Het woord ‘koekje’ roept bij mij altijd warme gevoelens van huiselijkheid, verwennerij en gezelligheid op. En hoewel een lekker koekje bij de koffie of thee heel gewoon is, is mijn koektrommel het grootste deel van de tijd (op een paar kruimeltjes na) leeg. Natuurlijk bak ik wel regelmatig koekjes, maar deze deel ik dan altijd meteen uit aan iedereen met zoete trek.

De koektrommel van mijn oma was wel altijd goed gevuld. Het maakte niet uit wanneer je bij haar op bezoek ging, de blikken trommel die op tafel kwam zat altijd vol met verschillende koekjes. Wanneer je haar de trommel voorhield zodat ze zelf ook een koekje kon pakken, weigerde ze dit altijd. 'Ik snoep nooit', zei ze dan. Maar even later stond ze dan middenin het gesprek ineens op, trok ze het tafelkleed recht en pakte ze alsnog een koekje uit de trommel om daarna weer snel te gaan zitten.

Volgens mij was mijn oma net als ik een groot liefhebber van zoet. Een koekje dat ik nooit in haar koektrommel heb aangetroffen was de oer-Hollandse gevulde koek. Ik heb eigenlijk geen idee waarom niet, want onder de vele zoetekauwen in de familie is dit toch wel één van de favoriete zoete lekkernijen. 

Toen ik kort na het overlijden van mijn oma samen met wat familieleden in haar appartement in het verzorgingshuis zat, bleek haar koektrommel voor de eerste keer in mijn leven leeg te zijn. Ik ben meteen naar het winkeltje in het tehuis gerend om wat koekjes te halen, waaronder gevulde koeken. Een koekje kan voor mij namelijk ook troost-eten zijn, en wat is er nu fijner dan op een verdrietig moment even heerlijk met je tanden weg te kunnen zakken in zachte amandelspijs. Dat is gewoon hemels lekker.

Bij thuiskomst besloot ik meteen om zelf een keer gevulde koeken te bakken. Voor dit bakken heb je wel wat geduld nodig, maar ik kan het je zeker aanraden, want zelfgebakken ovenverse gevulde koeken smaken echt verrukkelijk.


Ingrediënten

• 100 g witte basterdsuiker
• 200 g zachte roomboter
• 1 tl geraspte citroenschil
• mespuntje zout
• 6 g bakpoeder
• 300 g Zeeuwse bloem
• 300 g amandelspijs
• 5 eieren
• 1 eierdooier
• 55 blanke amandelen

Extra nodig
Met bakpapier beklede bakplaten, huishoudfolie, ronde uitsteker (met gekartelde rand) van 10 centimeter doorsnede
Tijd (ongeveer)
25 minuten bereiding, 12-15 minuten oven, 90 minuten wachten

Werkwijze

• Meng de basterdsuiker, boter, een half losgeklopt ei, citroenrasp en zout door elkaar.
• Meng er vervolgens het bakpoeder en de Zeeuwse bloem door.
• Kneed van de ingrediënten een samenhangend deeg.
• Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat het minstens 1 uur in de koelkast rusten. 

 

• Verwarm de oven voor op 210°C (boven- en onderwarmte).
• Rol het deeg op een licht bebloemd werkvlak uit tot een lap van 2 millimeter dikte.
• Steek er 22 ronde plakken uit van 10 centimeter doorsnede.
• Leg 11 plakken op met bakpapier beklede bakplaten.
• Meng de amandelspijs in een schaal met zoveel losgeklopt ei (2 à 3 eieren) dat de spijs spuitbaar is.
• Doe de amandelspijs in een spuitzak en spuit bolletjes op de 11 plakjes deeg.
• Dek ze af met de overige 11 plakjes. Druk de randjes rondom aan.
• Meng een ei en een eierdooier en bestrijk de bovenkant van de koeken hiermee.
• Druk 5 amandelen per koek in de bovenkant.
• Bestrijk de koeken na een half uur nogmaals met het ei en bak ze 12-15 minuten in het midden van de voorverwarmde oven.

 

 

 

 

 

 Bron recept: De Banketbakker, Cees Holtkamp