Bretonse appeltaart

Bretonse appeltaart
 
 

“Alweer een appeltaart?” riepen mijn familieleden in koor toen ik ze een paar weken geleden deze Bretonse appeltaart voorschotelde. Jazeker. Als er namelijk, naast chocolade, iets is waar ik geen genoeg van kan krijgen dan is het wel appeltaart. Heerlijk. De afgelopen jaren heb ik dan ook vele verschillende smakelijke varianten op de Hollandse appeltaart gemaakt, maar toch smaakt deze Bretonse appeltaart weer heel anders.

Het grootste verschil met alle andere appeltaarten is dat er geen kaneel in verwerkt wordt. Dit was voor mij wel even wennen, want ik heb nog nooit een appeltaart zonder kaneel gemaakt. Ik miste tijdens het bakken dan ook heel erg de warme geur van appel-kaneel: een geur waar ik juist altijd zo blij van word.

Gelukkig wordt het gemis aan kaneel in deze taart goed gemaakt door de toevoeging van echte vanille. Verrukkelijk. Naast de vanille wordt er nog een ander lekker smaakelement aan deze taart toegevoegd, namelijk amandelspijs. De combinatie van de zoete amandelspijs met de zoet-zure appels is echt fantastisch. De spijs zorgt er daarnaast ook nog eens voor dat de bodem geen slappe & natte lap wordt, maar juist lekker krokant uit de oven komt. Al na een paar happen concludeerden ik en mijn familie dat dit één van de lekkerste appeltaarten is die we ooit gegeten hebben. Ik ben Cees Holtkamp (De Banketbakker) dan ook zeer dankbaar voor het delen van dit recept.


Ingrediënten

  • 185 g roomboter
  • 125 g witte basterdsuiker
  • 3 g zout
  • 3 eieren (L)
  • 1 el (15 gram) water
  • 250 g bloem, gezeefd
  • 10 g bakpoeder, gezeefd
  • 250 g amandelspijs
  • 1200 g Jonagold appels
  • 1 vanillestokje
  • 100 g fijne kristalsuiker
  • 2 eierdooiers
  • 30 g maïzena
  • abrikozenjam

Extra nodig
Een ingevette vlaaivorm van 24 centimeter doorsnede en 2 ½ centimeter hoog, huishoudfolie, zeef
Tijd (ongeveer)
45 minuten bereiding, 75 minuten oven, 3 uur wachten

Werkwijze

  • Klop 1 ei los en verdeel dit in tweeën.
  • Meng 125 g roomboter, de basterdsuiker en het zout met een handmixer door elkaar.
  • Voeg één helft van het losgeklopte ei en het water toe en mix even goed door.
  • Voeg vervolgens de bloem en het bakpoeder toe en mix door elkaar tot een kruimelig mengsel. Kneed vervolgens het deeg op je werkblad even goed door.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het twee uur in de koelkast rusten.

  • Verwarm de oven voor op 185°C (boven- en onderwarmte).
  • Vermeng de amandelspijs met de andere helft van het losgeklopte ei.
  • Schil de appels, boor ze uit en snijd ze in kleine blokjes.
  • Haal het deeg uit de koelkast, kneed het nog even door en rol het uit tot een grote ronde lap (die ongeveer zo dik is als een 1-euromunt).
  • Rol het deeg op je rolstok/deegroller en bekleed de ingevette vlaaivorm met het deeg.
  • Bedek de bodem met de amandelspijs. Verdeel hier de appelblokjes over.
  • Smelt 60 g roomboter. Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit.
  • Klop 2 eieren en 2 eidooiers samen met het merg van het vanillestokje los.
  • Klop de losgeklopte eieren samen met de fijne kristalsuiker, de maizena en de gesmolten roomboter tot een vloeibaar mengsel zonder klontjes.
  • Verdeel dit mengsel met een lepel over de appelblokjes in de taartvorm, zodat alle blokjes (een beetje) bedekt zijn.
  • Zet de taart 75 minuten in de oven. Houd de taart goed in de gaten om te zien of de appels niet te donker worden, verlaag anders de oventemperatuur (ik heb na 45 minuten de temperatuur verlaagd naar 180°C). Kijk na 70 minuten hoe ver de taart al is en prik met een mes in de taart om te kijken of hij gaar is.

  • Breng in een steelpan circa 6 eetlepels jam met 1 eetlepel water aan de kook.
  • Wrijf de jam door een zeef en bestrijk de warme taart ermee.
  • Laat de taart afkoelen in de vorm.


Comments