Aardbeienvlaaitjes

Aardbeienvlaaitjes

Nu het weer (bijna) zomer is, komt ook al het heerlijke zomerfruit weer tevoorschijn. Iets waar ik ontzettend van kan genieten. Een van mijn favorieten is het zomerkoninkje. Dit verleidelijke bloedrode, zoete, sappige & geurige vruchtje is onweerstaanbaar lekker. En vers geplukt in de zomermaanden is hij natuurlijk het aller-aller-lekkerste. 

Helaas heb ik geen aardbeienplantjes in eigen tuin, maar bij ons in de wijk is het elke woensdag markt, en zo kan ik dus wekelijks voor een schappelijke prijsje enkele bakjes met dit zomerfruit scoren. Recentelijk maakte ik er deze aardbeienvlaaitjes mee. Lang geleden heb ik al eens een aardbeienvlaai gemaakt, maar deze mini variant is een echte upgrade. 

De vlaaibodempjes zijn gevuld met een romige banketbakkersroom met daarop een laagje Zwitserse room, plakjes frisse aardbei en een gelei laagje voor de glans. Met deze vlaaitjes heb je echt de zomerzon op je gebaksbordje liggen. 

 

Aardbeienvlaaitjes
 

Ingrediënten

  • 1 vanillestokjes
  • 725 g melk
  • 115g fijne kristalsuiker
  • 75 g boter
  • 120 g eidooiers
  • 35 g maïzena
  • 165 g bloem
  • 10 g bakkersgist (verse gist)
  • 15 g witte basterdsuiker
  • 3 g zout
  • 150 g slagroom
  • 2 el aardbeienjam
  • verse aardbeien
  • 1 zakje Taartina
  • 325 ml appelsap
Extra nodig
10 (geribbelde) bakvormpjes van 10 cm doorsnee (met losse bodem), huishoudfolie, deegroller, keukenkwast
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, 25-30 minuten oven, 3 ½ uur wachten

Werkwijze

Banketbakkersroom

  • Maak de banketbakkersroom.
  • Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap het merg eruit.
  • Doe 600 g melk samen met het vanillemerg, de 2 halve vanillestokjes, 50 g fijne kristalsuiker en 10 g boter in een steelpan.
  • Breng rustig al roerend aan de kook.
  • Draai het vuur uit en laat de melk 30 minuten rusten om de vanillesmaak goed in te laten trekken.
  • Meng ondertussen 120 g eidooiers met 35 g maïzena, 50 g fijne kristalsuiker en 50 g melk in een kom.
  • Breng de melk weer aan de kook, en voeg een flinke scheut toe aan het dooiermengsel in de kom. Roer goed door elkaar met een garde.
  • Voeg de gemengde massa toe aan de melk in de pan en roer goed door met een garde.
  • Breng al roerend op laag vuur aan de kook. Kook de banketbakkersroom nog ca. 2 minuten door om deze volledig te binden.
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal, dek af met huishoudfolie (druk de folie op de room) en laat afkoelen.

Vlaaideeg

  • Maak het vlaaideeg.
  • Doe 90 g bloem met 75 g lauwe melk en 10 g verse gist in een kom.
  • Meng dit met de hand tot een homogene massa. Zet apart.
  • Doe 75 g bloem, 15 g witte basterdsuiker, 3 g zout en 65 g boter in een andere kom (of leg het op je schone werkbank).
  • Wrijf deze ingrediënten met je handen door tot een kruimelig mengsel.
  • Wanneer alle bloem in de kruimels is opgenomen en er geen vrije bloem meer zichtbaar is, leg je de kruimels op het gistmengsel is de andere kom.
  • Laat 15 minuten staan.
  • Kneed het vervolgens met de handen door elkaar, totdat er een homogene massa ontstaat. Kneed niet te lang door. Het deeg zal erg plakkerig zijn, maar voeg geen extra bloem toe.
  • Vorm van het deeg een bal (gebruik desgewenst een deegschraper om het deeg bij elkaar te krijgen).
  • Leg de bal in een kom en bedek deze met huishoudfolie of een theedoek om uitdroging te voorkomen.
  • Laat het deeg 30 minuten op een warme plaats rijzen.

  • Bestrijk de binnenzijde van de bakvormpjes met boter.
  • Bestrooi je werkbank met bloem.
  • Druk het gerezen bolletje deeg met je handen plat.
  • Rol het deeg met je roller uit, waarbij je éénmaal rolt, dan het deegplakje lostrekt van je werkbank, de onderkant naar boven legt en het deegstuk een kwartslag draait.
  • Daarna rol je het deeg opnieuw éénmaal op en neer met de roller.
  • Blijf deze stappen herhalen tot het deeg een grote plak vormt.
  • Snij 10 stukken uit de deegplak.
  • Bekleed de bakvormpjes met het deeg. Zorg ervoor dat er geen lucht onder de deegplakjes zit.
  • Prik met een vork gaatjes in het deeg, om de laatste lucht de kans te geven om te ontsnappen.

  • Roer de banketbakkersroom los met een garde.
  • Verdeel 600 g van de room over de vlaaibodempjes (dit gaat makkelijk met behulp van een spuitzak) en strijk glad.
  • Laat de vlaaitjes nog 30 minuten rijzen op je werkbank.
  • Verwarm de oven voor op 210°C (boven- en onderwarmte).
  • Rol na het rijzen het overtollige deeg van de bakvormpjes met behulp van een rolstok.
  • Bak de vlaaitjes in het midden van de voorverwarmde oven in ca. 25-30 minuten af, totdat ze goudbruin zijn.
  • Haal de vlaaitjes na het bakken meteen uit de bakvormpjes en laat ze afkoelen op een rooster.

Zwitserse room (crème Suisse)


  • Klop 150 g slagroom met 15 g fijne kristalsuiker stijf.
  • Meng de opgeklopte slagroom met 150 g banketbakkersroom en 2 el aardbeienjam door elkaar.
  • Verdeel de room over de afgekoelde taartbodempjes. Strijk glad.
  • Plaats de vlaaitjes 1 uur in de koelkast zodat de crème op kan stijven.

Opmaken

  • Verwijder de kroontjes van de aardbeien.
  • Snijd de aardbeien in plakjes.
  • Leg de plakjes aardbei op de vlaaitjes.

Gelei

  • Maak de inhoud van het zakje Taartina aan volgens de aanwijzingen op de achterzijde. Gebruik appelsap om het poeder mee aan te maken. Zelf gebruik ik altijd zo’n 325 ml sap i.p.v. de aangegeven 250.
  • Bestrijk de aardbeien op de taartjes met de gelei.
  • Laat de gelei opstijven.
  • Serveer.




Bron recept: gebaseerd op een recept van Roel Peeters (Vlaai)


Comments