Apelsinsnittar

Een lekker koekje. Een onmisbaar element bij je koffie- of theemomentje. Hier in Nederland gaan wij ‘koffiedrinken met…’ of ‘een bakkie doen’, maar in Zweden kennen ze ‘Fika’: een koffiepauze met bijvoorbeeld familie, vrienden en/of collega’s die je houdt om even te ontsnappen aan de drukte van de dag. Onder het genot van een kopje koffie of thee nuttig je iets lekkers. 

Fika zit de Zweden in het bloed en het is een belangrijk onderdeel van de Zweedse cultuur, de koffiepauze is daar tot een ware kunst en een onmisbare traditie verheven. 

Of deze apelsinsnittar een populaire Fika versnapering is weet ik niet, maar het recept kwam ik in ieder geval tegen in het gelijknamige bakboekje Fika van Anna Brones & Johanna Kindvall. 

Het zijn overheerlijke kruimelige koekjes met een zachte amandelvulling, die op smaak is gebracht met sinaasappelrasp. De koekjes worden bedekt met een laagje sinaasappelglazuur, wat zorgt voor een heerlijk fris accent. Ze zijn redelijk makkelijk om te maken en smaken behoorlijk verslavend. Laat je niet afschrikken door het deeg, het is best breekbaar en scheurt redelijk makkelijk wanneer je de vulling wilt bedekken, maar met wat kneedwerk komt het allemaal goed en het eindresultaat is het allemaal waard. Je koffie- of theemomentje wordt echt een heerlijk verwenmomentje. 

Tip: bewaar deze koekjes in een luchtdichte trommel.

Ingrediënten

• 142 g boter
• 200 g rietsuiker
• 213 g bloem
• 2 tl gemberpoeder
• 1 eidooier
• 215 g blanke amandelen
• 1 tl amandel-extract
• 1 – 2 eiwitten
• geraspte schil van 1 sinaasappel
• ca. 100 g poedersuiker
• sinaasappelsap

Extra nodig

Bakplaat, bakpapier, huishoudfolie, foodprocessor

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 15 minuten oven, 90 minuten wachten

• Klop in een kom de boter met 100 g rietsuiker, tot deze ingrediënten goed gemengd zijn. 
• Voeg de bloem, het gemberpoeder en de eidooier toe. 
• Kneed het mengsel door elkaar, totdat je een bal kunt vormen van het deeg. 
• Verpak het deeg in huishoudfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast. 
• Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. 
• Doe de amandelen samen met 100 g rietsuiker en het amandel-extract in de foodprocessor en meng tot je een samenhangend mengsel hebt. Afhankelijk van hoe droog de amandelen zijn, heeft je mengsel een licht plakkende (vochtige) tot kleverige consistentie. 
• Klop in een kom één eiwit schuimig. Voeg het amandelmengsel en de sinaasappelrasp toe. Roer door elkaar. Mocht het mengsel nog te droog zijn, klop dan het tweede eiwit schuimig en voeg dit in delen toe, tot de vulling de consistentie van amandelspijs heeft. 
• Haal het deeg uit de koelkast en verdeel het in vier gelijke delen. 
• Rol elk stuk deeg tussen twee vellen bakpapier (of huishoudfolie) uit tot een rechthoekige lap van 25 bij 10 centimeter. 
• Leg een lap deeg met de lange zijde naar je toe voor je neer op je werkvlak (het is het handigst als je de deeglap op het bakpapier/huishoudfolie laat liggen). Verdeel het deeg denkbeeldig in drie gelijke horizontale banen. Spreid een kwart van de amandel-sinaasappelvulling horizontaal uit in het midden van je deeglap. De middelste van je drie denkbeeldige banen is dus bedekt met vulling, het bovenste en het onderste deel zijn onbedekt. 
• Vouw het bovenste deel van je deeglap zo ver mogelijk naar beneden over de vulling heen. Vouw vervolgens het onderste deel van de deeglap zo ver mogelijk naar boven. Knijp de uiteinden van de worst dicht. Als delen van het deeg breken tijdens het vouwen, knijp het dan samen met je vingers, zodat je vulling niet weg kan lekken. 
• Herhaal dit proces voor elke lap deeg.
• Verplaats je deegrollen voorzichtig naar de bakplaat. Draai de rollen om, zodat de deegnaad naar beneden ligt. Zorg voor voldoende tussenruimte tussen de rollen.
• Bak ongeveer 15 minuten in het midden van  de voorverwarmde oven, tot de randjes licht bruin beginnen te verkleuren. 
• Haal uit de oven en laat ze afkoelen op de bakplaat.
• Doe 100 g poedersuiker in een kom. Voeg zoveel sinaasappelsap toe (theelepel voor theelepel), tot je een dik en glad glazuur gekregen hebt. Als je glazuur te dun is geworden, voeg dan wat extra poedersuiker toe. 
• Leg de rollen voorzichtig op een snijplank. Verdeel het glazuur over de bovenzijde van de rollen en spreid het uit. 
• Laat het glazuur opstijven. Snijd de rollen dan elk in ca. 12 plakjes. 
• Serveer.