Appelkanjers
In mijn (schoon)familie kan niemand een goede appeltaart weerstaan. We zijn echt een groep appeltaartlievende personen. En hoewel ik mijn hand niet omdraai voor het maken van een lekkere taart, heb ik er niet altijd de energie voor. Maar gelukkig zijn er ook andere soorten appelgebak die sneller & makkelijker te maken zijn dan een klassieke appeltaart.
Neem nu bijvoorbeeld deze appelkanjers. Het zijn eigenlijk gewoon heel erg lekkere appelflappen die een upgrade hebben gekregen. De appelkanjer wordt net zoals een appelflap gemaakt van roomboterbladerdeeg en gevuld met stukjes verse appel met kaneelsuiker. De ‘kanjers’ worden voor het bakken bedekt met een laag victoriabeslag (een mix van amandelschaafsel, suiker en eiwit), wat voor een heerlijke smaakvolle krokante bovenlaag zorgt. Als finishing touch worden ze bestrooid met poedersuiker. Het resultaat is heerlijk knapperig, zoet en fruitig, en een beetje warm zijn ze het aller-aller-lekkerst. En niet onbelangrijk: ze staan echt in een handomdraai op tafel.
Tip: het is ook lekker om wat rozijnen en/of stukjes abrikoos door de appelstukjes te mengen.
Ingrediënten
- 2 rollen koelvers bladerdeeg (of 12 plakjes roomboterbladerdeeg)
- 2-3 appels
- 125 g fijne kristalsuiker
- 1 tl kaneelpoeder
- 25 g custardpoeder
- 75 g amandelschaafsel
- geraspte schil van ½ citroen
- ½ eiwit
- poedersuiker
Bakplaat, bakpapier, ronde uitsteker van 11 cm Ø, deegroller
Tijd (ongeveer)
25 minuten bereiding, 25 minuten oven, 45 minuten wachten
- Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
- Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appels in blokjes. Doe de blokjes in een kom.
- Meng 50 g fijne kristalsuiker met 1 tl kaneelpoeder en 25 g custardpoeder door elkaar.
- Strooi dit mengsel over de appelblokjes. Hussel door elkaar tot de appelblokjes helemaal bedekt zijn. Zet apart.
- Gebruik je koelvers bladerdeeg, dan kun je dit zo uit de verpakking gebruiken. Gebruik je plakjes roomboterbladerdeeg uit de diepvries, laat deze dan ontdooien.
- Steek met een ronde uitsteker van 11 cm doorsnee 12 ronde plakken uit het deeg.
- Leg 6 deegcirkels op de bakplaat en verdeel hier de appelvulling over. Laat de randen vrij.
- Rol de overige 6 deegcirkels met behulp van een deegroller iets groter, zodat ze over de vulling heen passen.
- Maak de randjes van de deegcirkels op de bakplaat licht vochtig met water en bedek de vulling met de andere cirkels bladerdeeg.
- Druk de zijkanten goed dicht (bijvoorbeeld met behulp van een vork).
- Maak het victoriabeslag.
- Meng 75 g amandelschaafsel met 75 g kristalsuiker en de geraspte schil van ½ citroen in een kom door elkaar.
- Voeg ½ losgeklopt eiwit toe en meng dit erdoor.
- Bedek de bovenzijde van de kanjers met het beslag. Doe dit lekker ruim, maar houd de randen een beetje vrij.
- Bak de kanjers in het midden van de voorverwarmde oven in ca. 25 minuten goudbruin.
- Laat ze afkoelen op een rooster en bestrooi ze voor het serveren met poedersuiker. Lekker met vers geklopte slagroom.
Reacties
Een reactie posten