Stroopwafeltaartjes

Stroopwafeltaartjes

 

Verse warme stroopwafels. Zelfs wanneer de mussen van het dak vallen kan je mij hier blijer mee maken dan met een verfrissend ijsje. Op de markt in Nijmegen staat ook altijd een stroopwafelbakker. Je kan hem blindelings vinden, je hoeft enkel je neus maar achterna te lopen. Mmmm.

De bereiding van stroopwafels heb ik altijd aan vaklui overgelaten, maar er komt ooit een moment dat ik ze zelf ga maken (stap 1: Eerst een wafelijzer voor stroopwafels kopen). Tot die tijd valt er met de overheerlijke kant-en-klare exemplaren genoeg te experimenteren in de keuken.

Recentelijk besloot ik deze stroopwafeltaartjes te maken. En net als de koeken zijn ze verslavend lekker. De taartbodempjes zijn gevuld met een romige banketbakkersroom (met stroop) en krokante stukjes stroopwafel. Daarop ligt een dikke laag stroopwafelbotercrème, een toef luchtige karamelslagroom en een stroopwafeltje en extra stroop als versiering. Het is echt een verrukkelijk taartje om je vingers bij af te likken.


Ingrediënten

  • 500 ml slagroom
  • 175 g fijne kristalsuiker
  • 40 ml water
  • 610 g zachte boter
  • 90 g witte basterdsuiker
  • 90 g lichtbruine basterdsuiker
  • 1 ½ tl koekkruiden
  • 9 g bakpoeder
  • snuf zout
  • snuf zuiveringszout
  • 290 g bloem
  • 4 eidooiers
  • 750 ml melk
  • 65 g custardpoeder
  • 245 g keukenstroop
  • 1 pak stroopwafels (400 gram / 10 stuks)
  • 125 g donkerbruine basterdsuiker
  • 1 tl kaneel
  • 1 zakje slagroomversteviger
  • mini stroopwafeltjes, voor de garnering

Extra nodig
10 ronde taart/bakringen van 8 cm doorsnee en 2 cm hoog, ronde uitsteker van 8 cm doorsnee, bakplaat, bakpapier, huishoudfolie, spuitzakken, gekarteld spuitmondje, foodprocessor
Tijd (ongeveer)
> 60 minuten bereiding, 18 minuten oven, 1 dag wachten

Werkwijze

  • Begin een dag van tevoren met het recept.
  • Doe 500 ml slagroom in een steelpan en breng deze op laag vuur tegen de kook aan.
  • Doe 125 g fijne kristalsuiker samen met 40 g water in een steelpan. Plaats de pan op laag vuur en roer tot de suiker is opgelost. Draai het vuur hoog.
  • Breng het mengsel aan de kook en kook, zonder te roeren, tot het mengsel een diepe karamelkleur heeft.
  • Blus de karamel af met de warme slagroom. Let op, dit gaat spatten en bruisen en is heel erg heet. Roer door tot alle karamel is opgelost in de room.
  • Giet over in een kom en dek af. Plaats minimaal 12 uur in de koelkast.


  • Maak de taartbodempjes.
  • Klop 210 g zachte boter met 90 g witte- en 90 g lichtbruine basterdsuiker door elkaar.
  • Meng er 1½ tl koekkruiden, 9 g bakpoeder, een snuf zout en een snuf zuiveringszout door.
  • Meng er vervolgens 290 g bloem door.
  • Voeg 1 eidooier toe en kneed tot een mooi samenhangend deeg.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het minstens 2 uur in de koelkast rusten.


  • Maak ondertussen de banketbakkersroom.
  • Breng 600 ml melk met 25 g fijne kristalsuiker op laag vuur aan de kook.
  • Roer in een kom 150 ml melk met 25 g fijne kristalsuiker, 65 g custardpoeder en 3 eidooiers door elkaar tot een glad papje.
  • Giet een deel van de hete melk over het koude melkmengsel en roer goed door elkaar.
  • Giet dit vervolgens terug bij de hete melk. Breng opnieuw aan de kook.
  • Laat de room op laag vuur, onder voortdurend roeren, 2 minuten zachtjes doorkoken.
  • Giet de banketbakkersroom over in een ondiepe schaal en laat afgedekt met huishoudfolie afkoelen.


  • Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Plaats de 10 bakringen op de bakplaat.
  • Haal het deeg uit de koelkast en kneed het kort door.
  • Rol het op een met bloem bestoven werkblad uit tot 8-9 millimeter dikte.
  • Steek met de ronde uitsteker 10 plakjes uit het deeg.
  • Leg de deegplakjes in de bakringen.
  • Meng 175 g banketbakkersroom met 45 g keukenstroop.
  • Schep hoopjes room in het midden van elk deegplakje. Zorg ervoor dat er tegen de ring een rand van 1 centimeter vrij blijft.
  • Bak de taartbodempjes in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 18 minuten goudbruin en gaar.
  • Verwijder na het bakken onmiddellijk en heel voorzichtig de ringen (pas op: heet!)
  • Laat de taartbodempjes afkoelen op de bakplaat.


  • Hak 3 stroopwafels in kleine stukjes en verdeel deze over de taartbodempjes.
  • Vermaal de resterende 7 stroopwafels in de foodprocessor tot kruimels. Zet apart.
  • Verwarm 200 g keukenstroop in een steelpan.
  • Voeg 125 g donkerbruine basterdsuiker, 100 g boter en 1 tl gemalen kaneel toe.
  • Roer tot alle ingrediënten zijn gesmolten.
  • Laat het mengsel afkoelen tot lauwwarm.


  • Doe 500 g van de banketbakkersroom in een kom en klop los.
  • Klop er vervolgens 300 g zachte boter in blokjes door. Voeg de boter niet in één keer toe, maar voeg telkens kleine porties toe. Voeg de volgende portie pas toe als de vorige is opgenomen.
  • Klop er 250 g van de lauwe stroop door.
  • Voeg vervolgens de stroopwafelkruimels toe en meng deze erdoor.
  • Vul een spuitzak met de stroopwafel-botercrème en spuit deze op de taartjes.
  • Plaats in de koelkast.


  • Doe de koele karamelslagroom met 1 zakje slagroomversteviger in een kom. Klop luchtig en stevig op.
  • Vul een spuitzak met gekarteld spuitmondje met de slagroom en spuit op elk taartje een flinke toef.
  • Versier de taartjes met mini stroopwafeltjes en de resterende stroop.
  • Serveer.






Reacties