Italiaanse paasbroodjes

Pasen is bij ons thuis echt een familietraditie, en traditiegetrouw vieren we dit feest met een uitgebreide paasbrunch. Ik word nu al enthousiast bij de geachte aan die feestelijk gedekte tafel op paaszondag. En wat er dan op die tafel staat? Naast de gekleurde eieren, de paasstol en versgeperste jus d’orange mogen de versgebakken paasbroodjes natuurlijk niet ontbreken. 

Nu ben ik helaas geen grote held in het bakken van brood, maar voor mijn familie wil ik graag wat extra moeite doen om van het paasfeest een verrukkelijk feest te maken. Ik heb recentelijk dan ook alvast geoefend met het maken van deze zoete Italiaanse paasbroodjes. En met het resultaat ben ik uitermate tevreden. Ze zien er niet alleen vrolijk uit, maar ze smaken ook echt verrukkelijk. 

Het recept, waarmee je 6 van deze heerlijke zoete kransen bakt, is echt niet moeilijk, je bent er alleen wel wat tijd mee kwijt omdat het deeg twee keer moet rijzen. Op eerste (of tweede) paasdag zul je dus wat eerder uit je bed moeten komen, maar als ik zo een lach op de gezichten van mijn familieleden kan toveren neem ik dat graag voor lief. 

Ingrediënten

• 125 ml volle melk
• 10 g gedroogde gist
• 1 sinaasappel
• 500 g witbroodmeel
• snufje anijspoeder
• 50 g fijne kristalsuiker
• snufje zout
• 100 g boter, gesmolten
• 9 eieren
• parelkandij of greinsuiker

Extra nodig

Huishoudfolie, citruspers, bakpapier, rasp

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 20-25 minuten oven, 2 ½ uur wachten

• Verwarm de volle melk op laag vuur tot lauw en roer de gist erdoor. 
• Neem de pan van het vuur en laat 5-10 minuten staan.
• Rasp de schil van de sinaasappel en pers hem uit. 
• Doe het witbroodmeel, het anijspoeder, de fijne kristalsuiker, de sinaasappelrasp en een snufje zout in een kom. Roer door elkaar met een garde. Maak in het midden een kuiltje. 
• Klop de helft van het sinaasappelsap, de gesmolten boter en twee eieren door het melk-gistmengsel. 
• Giet dit mengsel voorzichtig in het kuiltje bij de droge ingrediënten en meng door elkaar. 
• Kneed het deeg op een met bloem bestoven werkvlak in 15 minuten glad en elastisch. 
• Leg het deeg in een kom en dek af met huishoudfolie. Laat het deeg op een warme plek 1 uur rijzen. 
• Bekleed twee bakplaten met bakpapier.
• Leg het deeg op een schoon werkvlak en verdeel het in 12 gelijke stukken. 
• Rol van elk stuk een sliert van 30-35 centimeter lang.
• Pak voor een broodje twee deegslierten en druk de uiteinden goed op elkaar. 
• Draai de slierten tot een vlecht (draai de slierten om elkaar heen), vorm een cirkel en druk de uiteinden stevig op elkaar. Druk in het midden van de cirkel een ongekookt ei. 
• Herhaal dit met de rest van het deeg. Je maakt in totaal dus 6 broodjes.
• Leg de broodjes op de met bakpapier beklede bakplaten. Dek ze af met huishoudfolie (die je ingevet hebt met wat olie) en laat ze 40-45 minuten rijzen. 
• Verwarm de oven voor op 190°C.
• Klop een ei los en bestrijk hier de broodjes mee. Bestrooi de broodjes met de parelkandij of greinsuiker. 
• Bak de broodjes in het midden van de voorverwarmde oven in 20-25 minuten goudbruin en gaar. 
• Laat de broodjes op een rooster afkoelen. 

Bron recept: Jamie Magazine nr. 41