Bossche Koek

Bossche Koek
 
 

Den Bosch. Naar mijn mening toch echt de leukste & gezelligste stad van Nederland. Een mooi oud centrum (niet te groot) met een rijke historie, kleine pittoreske winkelstraatjes met leuke boetiekjes, ontelbaar veel gezellige cafés en restaurants en ontzettend aardige en gastvrije mensen.

Omdat een groot deel van mijn familie in Den Bosch (of in de directe omgeving ervan) woont, kom ik al van kinds af aan geregeld in deze geweldige stad. Ik voel mezelf er dan ook echt thuis. Het bezoeken van de Sint-Janskathedraal is elke keer vaste prik, net zoals het eten van een Bossche bol op een terrasje (en dan op de terugweg nog even snel langs Jan de Groot zodat we thuis ook nog van een sjekladebol kunnen genieten).

Naast de Bossche bol kent Den Bosch nog een ander handelsmerk: de Bossche Koek. Een lekkernij die ik nog niet zo heel vaak gegeten heb, maar jongens wat is het toch een fantastisch lekkere traktatie. De donker gekleurde koek wordt gemaakt van onder andere roggebloem, honing en specerijen, wat resulteert in een lekker zoete koek met een krachtige smaak. De koek zelf thuis in je eigen keuken namaken is nog niet zo makkelijk, want de Bossche bakkers geven hun geheimen natuurlijk niet prijs.

Gelukkig kwam ik in Het Nederlands Bakboek van Gaitri Pagrach-Chandra een recept tegen waarvan het resultaat aardig dicht in de buurt van het origineel komt. Het blijft natuurlijk een namaak Bossche Koek die net iets anders smaakt als bij de echte bakker, maar hij smaakt werkelijk fantastisch. Mijn proefpanel was er ook echt dol op. En met een beetje roomboter erop is het heerlijk smullen geblazen.

Ingrediënten
  • 250 g roggemeel
  • 100 g bloem
  • 1 ½ tl zuiveringszout
  • 3 tl kaneel
  • 1 tl gemberpoeder
  • ¾ tl gemalen kardemom
  • ½ tl versgeraspte nootmuskaat
  • 1/8 tl gemalen foelie
  • 1/8 tl gemalen kruidnagel
  • een flinke snuf zout
  • 200 g keukenstroop
  • 125 g honing
  • 50 g ruwe rietsuiker
  • 150 ml karnemelk
  • parel- of kandijsuiker
Extra nodig
Ronde springvorm van 20 centimeter doorsnee, bakpapier, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
15 minuten bereiding, 60 minuten oven, minstens 2 dagen wachten

Werkwijze

  • Verwarm de oven voor op 160°C (boven- en onderwarmte). Vet de springvorm in en bekleed deze met bakpapier.
  • Zeef het roggemeel, bloem, het zuiveringszout, het zout en de specerijen boven een grote kom. Roer deze ingrediënten met een garde door elkaar.
  • Doe de keukenstroop samen met de honing en de rietsuiker in een steelpan en verwarm het geheel zachtjes, al roerend, tot het mengsel vloeibaar en niet meer stroperig is en je geen suikerkristallen meer ziet.
  • Laat het mengsel afkoelen tot ongeveer lichaamstemperatuur.
  • Roer het mengsel goed door en giet het over de droge ingrediënten in de kom.
  • Schenk de karnemelk erbij en roer alles goed door elkaar tot een glad en egaal gekleurd deeg (dit gaat het makkelijkst met een elektrische handmixer of met een keukenmachine).
  • Doe het deeg in de voorbereide springvorm en strijk de bovenkant met vochtige handen glad.
  • Bestrooi het deeg met zoveel parelsuiker als je wilt.
  • Bak de koek in ongeveer 1 uur gaar in de voorverwarmde oven. Een satéprikker die je in het midden van de koek steekt moet er schoon uitkomen
  • Laat de koek even afkoelen in de vorm. Haal hem dan uit de vorm en laat hem volledig afkoelen op een rooster.
  • Wikkel de koek goed in meerdere lagen huishoudfolie. Doe hem tenslotte in een goed afgesloten trommel, of wikkel hem in een meerdere lagen aluminiumfolie.
  • Laat de koek zo ten minste twee dagen rijpen. Serveer in plakken, eventueel besmeerd met boter.




Reacties