Hot Cross Buns
Nu vraag je jezelf misschien af waarom ik in de maand oktober ‘hot cross buns’ maak: zijn dit namelijk niet broodjes die je gewoonlijk met Pasen eet? ... Ja, dat zijn het inderdaad. 'Hot cross buns' worden in een aantal (voornamelijk Engels-sprekende) landen traditioneel op Goede vrijdag of eerste Paasdag gegeten. Hier in Nederland staan deze broodjes in de paasperiode niet standaard op het menu. Met enig schaamrood op de kaken moet ik dan ook bekennen dat ik niet van deze paastraditie op de hoogte was en ze afgelopen week gewoon gebakken heb.
In het bakboek Modern Classics 2 van Donna Hay zat namelijk al lange tijd een post-it note bij dit recept voor 'zoete broodjes' geplakt. Dus toen vorige week het thema bij Heel Holland Bakt 'brood' was, leek het mij een leuk idee om eindelijk eens deze schattige broodjes te maken.
Het bakken van brood is niet iets wat mij echt heel goed ligt, maar omdat Robèrt van Beckhoven (jurylid bij HHB) vindt dat je geen echte thuisbakker bent als je geen brood kunt bakken, blijf ik het toch zo nu en dan proberen. En het recept voor deze ‘hot cross buns’ zag er eenvoudig genoeg uit voor een beginnend broodbakker als ik. Gelukkig bleken ze ook redelijk simpel om te maken. Nu had ik natuurlijk nog een half jaar kunnen wachten voordat ik deze zoete broodjes met jullie ging delen, maar ze smaken zó lekker dat ik het niet netjes vond om het recept al die tijd voor mezelf te houden.
Deze verrukkelijke zoete broodjes, verrijkt met rozijnen en op smaak gebracht met specerijen, zijn echt een fantastische manier om een luie zondagochtend mee te beginnen. Alleen al de zoete geur tijdens het bakken is om van te smullen. Je hebt ze helaas niet een-twee-drie op tafel staan omdat ze twee keer moeten rijzen, maar ze smaken ook heerlijk bij de brunch of lunch. Serveer ze in ieder geval altijd warm.
Ingrediënten
- 1 el gedroogde gist
- 220 g fijne kristalsuiker
- 375 ml volle melk
- 710 g bloem, gezeefd
- snufje zout
- 4 ½ tl speculaaskruiden
- 2 tl kaneelpoeder
- 50 g boter, gesmolten
- 1 ei (L)
- 300 g rozijnen
- 50 g oranjesnippers (optioneel)
- 4 blaadjes witte gelatine (6,7 g)
Vierkant bakblik van 24 x 24 centimeter, bakpapier, spuitzak, vochtige theedoek
Tijd (ongeveer)
35 minuten bereiding, 1 ½ uur wachten, 35 minuten oven
Werkwijze
- Week 4 blaadjes witte gelatine in ruim koud water.
- Verwarm de melk in een steelpan tot lauwwarm en los de gist erin op.
- Zeef 635 g bloem boven een kom. Maak een kuiltje in de bloem en strooi het zout over de rand.
- Doe het melk-mengsel samen met 110 g fijne kristalsuiker, de speculaaskruiden, het kaneelpoeder, de gesmolten boter, het ei, de rozijnen en eventueel de oranjesnippers in het kuiltje in de bloem.
- Kneed de ingrediënten in de kom tot één geheel.
- Haal het deeg uit de kom en kneed het op een licht bebloemd oppervlak ongeveer 10 minuten, tot een mooi elastisch deeg
- Leg het deeg in een ingevette kom, bedek deze met een vochtige theedoek en laat het 1 uur op een warme plek staan, of tot het is verdubbeld in omvang.
- Verdeel het deeg in 12 gelijke stukken en rol er ballen van.
- Vet een vierkant, met bakpapier bekleed bakblik van 24 centimeter in.
- Leg de deegballen in het blik.
- Bedek ze met een schone doek en zet nog 30 minuten op een warme plek of tot ze gaan rijzen.
- Verwarm de oven voor op 200°C (boven- en onderwarmte).
- Meng 75 g bloem met 75 g water, doe dit in een spuitzak en spuit kruisjes over de broodjes.
- Bak de broodjes ca. 35 minuten in het midden van de voorverwarmde oven, of tot ze mooi bruin en veerkrachtig zijn.
- Maak terwijl de broodjes in de oven staan het glazuur.
- Roer 110 g fijne kristalsuiker en 60 ml water in een steelpannetje op laag vuur tot de suiker is opgelost.
- Voeg de 4 geweekte blaadjes gelatine toe en kook het mengsel 1 minuut, draai het vuur uit en laat iets afkoelen.
- Bestrijk de broodjes direct uit de oven met het nog warme glazuur.
- Serveer de broodjes warm met boter.
Comments
Post a Comment