Pralinérotsjes
Er zijn van die momenten dat mijn keuken eerder een bron van stress dan van genoegen lijkt. Want hoewel ik inmiddels al aardig wat bak-ervaring en handigheid in het maken van zoetigheden heb, zijn er nog altijd recepten die mij weten te intimideren.
Zo ook dit recept voor pralinérotsjes uit het fantastische boek Patisserie! van Christophe Felder. Bij de eerste aanblik leken ze gewoon té ingewikkeld om te maken. Maar tijdens al die uurtjes die ik heb doorgebracht in de keuken heb ik geleerd om niet alles te vermijden wat op het eerste gezicht ingewikkeld lijkt. En omdat ik als echte zoetekauw weet dat de zachte en romige smaak van praliné en de zoete intense smaak van chocolade een hemelse combinatie is, zat er niets anders op dan de stoute schoenen aan te trekken.
En ik moet eerlijk zeggen dat het zeer bevrijdend was om erachter te komen dat ik een heerlijk pralinérotsje kan maken. Het afgelopen jaar heb ik deze kleine heerlijkheden dan ook bij elk feestje geserveerd aan mijn gasten. Het geeft echt veel voldoening om ze mooi geschikt op een bordje op tafel te kunnen zetten. En ik ben blijkbaar niet de enige die ze lekker vind, want het schaaltje is altijd binnen de kortste keren leeg.
Tip: de rotsjes zijn nog lekkerder als je ze een nachtje laat rusten.
Ingrediënten
- 230 g blanke hazelnoten
- 1 vanillestokje
- 130 g fijne kristalsuiker
- 100 g melkchocolade
- 420 g pure chocolade
- 120 g nougatine
Extra nodig
Keukenmachine, bonbon/chocolade vorm met halfronde vormpjes, spuitzak, een met bakpapier beklede bakplaat
Tijd (ongeveer)
40 minuten bereiding, 10 minuten oven, minstens 150 minuten wachten
Werkwijze
- Verwarm de oven voor op 180°C (boven- en onderwarmte).
- Verspreid 150 g hazelnoten over de bakplaat en rooster ze 10 minuten in de oven.
- Haal de bakplaat uit de oven en zet apart.
- Splijt het vanillestokje en schraap het merg er uit.
- Doe de helft van de fijne kristalsuiker, het vanillestokje en het merg in een steelpan met dikke bodem. Los de suiker al roerend met een spatel op middelhoog vuur op.
- Voeg zodra de suiker is opgelost en begint te verkleuren de rest van de suiker toe en roer zodat hij gelijkmatig oplost.
- Neem de pan van het vuur als de suiker een vrij uitgesproken karamelkleur heeft en verwijder het vanillestokje.
- Voeg de geroosterde hazelnoten toe en roer tot ze helemaal bedekt zijn met karamel.
- Schep de karamel met hazelnoten op de met bakpapier beklede bakplaat. Laat het helemaal koud worden.
- Breek de afgekoelde karamel in stukken en maal ze in de keukenmachine 10 minuten tot er een pasta ontstaat.
- Smelt 100 g melkchocolade en 20 g pure chocolade au bain-marie. De chocolade mag nauwelijks warmer zijn dan je vinger.
- Schenk de praliné-pasta in een kom en voeg de gesmolten chocolade toe.
- Vul een spuitzak met het mengsel en vul er half bolvormige vormpjes mee (of gebruik bijvoorbeeld een ijsblokjeshouder).
- Leg op elk half bolletje een hazelnoot en druk hem er met een tandenstoker of satéprikker in.
- Leg een vel bakpapier over het geheel heen en leg daarop een bakplaat of snijplank, zodat de hazelnoten niet omhoog kunnen komen.
- Laat de rotsjes minstens 2 uur opstijven in de koelkast.
- Smelt 400 g pure chocolade au bain-marie. Tempereer de chocolade tot hij 31-32°C is. Schep de nougatine erdoor.
- Haal de opgesteven praline uit hun vormpjes en plak er telkens twee op elkaar, zodat er een bolletje ontstaat.
- Leg de bolletjes in de chocolade en zorg dat ze er helemaal mee bedekt worden. Haal ze er met een vork uit, laat ze even uitlekken en leg ze dan op een vel bakpapier.
- Laat ze voor het serveren opstijven.
Reacties
Een reactie posten