Bokkenpootjes

 

Een koekje: een oer-Hollandse traktatie die gevoelens van verwennerij, gezelligheid en knusse huiselijkheid oproept. Een lekker koekje bij de koffie of thee is nog steeds heel gewoon & populair in Nederland.

Het bokkenpootje is een typisch Nederlands koekje. Het 'pootje' wordt gemaakt van twee staafjes heerlijk luchtig amandel-biscuit, die aaneen geplakt worden met een vulling, waarna de voetjes aan beide zijden in de pure chocolade gedoopt worden.

Het koekje wordt zo genoemd omdat de vorm en het uiterlijk blijkbaar overeenkomen met die van de poot van een bok. Met een beetje fantasie kun je dit er inderdaad in zien. Maar misschien heetten de koekjes wel bokkenpootjes omdat ze duivels lekker zijn. Ze zijn dan ook geen lang leven beschoren in de koektrommel: binnen een mum van tijd is de trommel leeg.

Tip: bij dit recept wordt gebruik gemaakt van een marsepeinvulling, maar de twee koekhelften kunnen ook aaneen geplakt worden met abrikozengelei of een botercrème.

Het recept voor deze Hollandse lekkernij vond ik in het Bakboek van Eric van den Hende.

Ingrediënten

• 170 g kristalsuiker
• 125 g eiwitten (ongeveer 4 eieren)
• 30 g bloem, gezeefd
• 180 g broyage (90 g amandelmeel + 90 g kristalsuiker)
• 50 g amandelschaafsel
• 250 g chocolade, het liefst puur
• 10 ml likeur naar keuze (ik heb amaretto gebruikt)
• 250 g witte marsepein

Extra nodig
Een met bakpapier beklede bakplaat, spuitzakken met een effen spuitmondje van 10 mm (voor de koekjes) en 8 mm (voor de vulling), thermometer
Tijd (ongeveer)
60 minuten bereiding, 12-15 minuten oven, 15 minuten wachten

Werkwijze

• Verwarm de oven voor op 180°C (boven- en onderwarmte).
• Bekleed de bakplaat met bakpapier en spreid hierop 80 g kristalsuiker. Plaats de bakplaat in het midden van de oven, maar let erop dat de suiker niet te heet wordt. Zet de ovendeur open als dat toch het geval zou zijn.
• Klop de eiwitten schuimig en klop verder op hoge snelheid. Wanneer de eiwitten voldoende schuimvolume hebben, voeg dan geleidelijk 20 g kristalsuiker toe.
• Wanneer je een mooi stevig schuim hebt, voeg dan geleidelijk onder voortdurend kloppen de verwarmde suiker toe en klop tot een zeer stevig schuim. Het schuim is klaar als het in pieken blijft staan.
• Meng de bloem met de broyage en spatel dit voorzichtig onder de opgeklopte eiwitten.
• Bekleed de bakplaat opnieuw met bakpapier.
• Doe het gladde spuitmondje met een doorsnede van 10 mm in een spuitzak en vul de zak met het mengsel.
• Spuit ongeveer 60 lange staafjes van 5 cm lang op minstens 2 cm afstand van elkaar op de bakplaat.
• Verdeel gelijkmatig het amandelschaafsel over de gespoten koekjes.
• Bak de koekjes 12-15 minuten in het midden van de voorverwarmde oven en laat de koekjes daarna afkoelen.

• Maak ondertussen de vulling. Breng hiervoor 50 ml water met 70 g kristalsuiker in een pannetje aan de kook. Laat het geheel afkoelen.
• Voeg de likeur toe.
• Brokkel de marsepein in kleine stukjes en voeg dit toe aan de siroop.
• Roer nu net zo lang tot je een spuitbare, gladde massa zonder klontjes hebt.
• Haal de koekjes voorzichtig los van de bakplaat.
• Doe een glad spuitmondje met een diameter van 8 mm in de spuitzak en vul deze met de marsepeinvulling.
• Spuit een dun streepje vulling op de gladde kant van een koekje en druk er vervolgens voorzichtig een tweede koekje tegen. Druk dit zacht tegen elkaar.
• Herhaal dit spuiten van de vulling tot alle koekjes gedaan zijn.

• Breek de chocolade in kleine stukjes. Smelt 2/3 van de chocolade au bain-marie tot ongeveer 35-40°C.
• Haal de kom van de pan met water en voeg vervolgens onder voortdurend roeren de resterende chocolade toe: dit zal de temperatuur doen verlagen. Zorg ervoor dat je een temperatuur van 31 à 32°C bereikt. Indien deze temperatuur niet gehaald wordt, warm de chocolade dan even bij.
• Dompel beide uiteinden van de koekjes in de gesmolten chocolade, zorg dat het teveel aan chocolade eraf druipt en laat de bokkenpootjes opstijven.
• Bewaar de koekjes in een gesloten doos.