Abrikozenslofjes
Het seizoen voor verse abrikozen is maar heel kort, vandaar dat ik bij het maken van deze abrikozenslofjes voor vruchten uit blik heb gekozen. Maar mocht je in de zomermaanden de hand weten te leggen op enkele verse exemplaren, maak deze slofjes dan zeker (nog) een keer.
Het recept voor deze schattige (en heel makkelijk te maken) abrikozenslofjes komt uit het Bakboek van Eric van den Hende.
Tip: nadat je de slofjes met losgeklopt ei bestreken hebt, kun je ze eventueel bestrooien met kristalsuiker of geschaafde amandelen. De frangipane kun je ook vervangen door een hoopje amandelspijs - Wanneer je het bladerdeeg zelf wilt maken, kijk dan op dit weblog bij het recept voor de banketletter hoe je dit kunt doen.
Ingrediënten
- 600 g bladerdeeg (of 12 plakjes kant-en-klaar roomboterbladerdeeg)
- 2 eieren (L)
- 24 halve abrikozen (uit blik)
- 60 g boter
- 62 g amandelmeel
- 62 g kristalsuiker
- 12 g bloem
- ½ pot abrikozenjam
- poedersuiker (naar keuze)
Extra nodig
Spuitzak, rond spuitmondje, bakplaat, bakpapier
Tijd (ongeveer)
20 minuten bereiding, ca. 22 minuten oven, 90 minuten wachten
Werkwijze
- Maak zelf bladerdeeg of gebruik kant-en-klaar roomboterbladerdeeg.
- Laat de abrikozen goed uitlekken (wanneer je abrikozen uit blik gebruikt).
- Meng het amandelmeel en kristalsuiker goed door elkaar en zet apart.
- Breng de boter op kamertemperatuur en roer deze romig en luchtig in een kom.
- Roer één ei en het amandelmeel met de suiker door de boter.
- Zeef de bloem boven het beslag en spatel dit erdoor.
- Dek het beslag (frangipane) af en bewaar het in de koelkast tot verdere verwerking.
- (Wanneer je zelf bladerdeeg hebt gemaakt) Bestuif het werkblad met een beetje bloem om te voorkomen dat het deeg gaat plakken.
- Rol het bladerdeeg uit tot een rechthoek van 24 bij 60 centimeter met een dikte van ongeveer 2,5 millimeter.
- Snijd het deeg met een scherp mes in vierkanten van 12 bij 12 centimeter.
- Leg de plakjes bladerdeeg met een punt naar je toe op het werkvlak.
- Bestrijk de randen van ieder plakje bladerdeeg met een losgeklopt ei, en spuit in het midden een bolletje frangipane.
- Leg 2 halve abrikozen achter elkaar in het midden van ieder plakje bladerdeeg.
- Leg één hoek (de linker of rechter) van het deegstukje over de abrikozen.
- Vouw de tegenoverliggende hoek over de eerste hoek en leg hem vast onder het gebakje. Als je deze hoek niet onder het gebakje stopt, zal het gebakje tijdens het bakken volledig opengaan.
- Leg de abrikozenpakketjes op de met bakpapier beklede bakplaat met een tussenruimte van ongeveer 5 centimeter.
- Klop één 1 los en bestrijk er de abrikozenslofjes mee. Laat ze 1 uur op kamertemperatuur rusten.
- Verwarm de oven voor op 210°C (boven- en onderwarmte). Bekleed een bakplaat met bakpapier.
- Leg de abrikozenslofjes op de bakplaat.
- Bak de abrikozenslofjes ca. 22 minuten in het midden van de voorverwarmde oven, tot ze mooi goudbruin en gaar zijn.
- Breng al roerende ½ pot abrikozenjam (ca. 225 g) met ½ eetlepel water aan de kook. Kook de jam op een laag vuur ca. 2 minuten in.
- Wrijf de hete jam door een zeef.
- Haal de abrikozenslofjes uit de oven en strijk er met een kwastje de warme abrikozenjam over.
- Leg de slofjes op een rooster en laat ze helemaal afkoelen.
- Strooi er eventueel voor het serveren wat poedersuiker over.
Reacties
Een reactie posten