Banoffee taartjes

Wat maakt bakken toch zo leuk? Is het de voldoening en bevrediging wanneer er zo’n verrukkelijk zelfgefabriceerd baksel voor je staat? Is het het warme en opbeurende gevoel dat je er bij krijgt? Of zijn het de zoete & verleidelijke geuren die door je keuken zweven tijdens het hele bakproces? 

Ik weet niet wat de precieze reden is waarom ik zo dol ben op bakken, maar ik weet wel dat ik dolgelukkig was toen deze schattige banoffee taartjes voor mij op het aanrecht stonden. Wat een kleine schoonheden. Op de krokante taartbodempjes ligt een dikke laag kleverige dulce de leche (karamelpasta) met daarop plakjes zoete banaan, een klodder licht-frisse en luchtige slagroom die is opgeklopt met een kleine hoeveelheid zure room, en cacaopoeder. 

Ik vind banaan & karamel echt zo’n onweerstaanbaar lekkere combinatie, het is echt een match made in heaven. Het ultieme stukje comfort food waarbij zoetekauwen hun hart kunnen ophalen. Mij mag je op elk moment van de dag zo’n taartje geven. 


Ingrediënten

• 1 blikje zoete gecondenseerde melk 
• 210 g boter, zacht
• 105 g witte basterdsuiker
• 105 g lichtbruine basterdsuiker 
• 8 ½ g bakpoeder
• snufje zout
• snufje zuiveringszout 
• 290 g bloem
• 1 eidooier
• 250 ml slagroom
• 2 el fijne kristalsuiker
• 75 g zure room
• 2 grote bananen
• cacaopoeder

Extra nodig
10 ronde taart/bakringen van 6 cm doorsnede en 3 cm hoog, ronde uitsteker van 6 cm doorsnede, huishoudfolie, bakpapier, spuitzak, pan met deksel
Tijd (ongeveer)
45 minuten bereiding, 13 minuten oven, minstens 6 uur wachten

• Maak eerst de dulce de leche (karamelpasta). Verwijder de papieren wikkel van het blikje zoete gecondenseerde melk. Zet het blikje in een pan met ruim water. Het blikje moet zo ver mogelijk onder water staan. 
• Breng het water in de pan aan de kook en laat 2 ½ - 3 uur koken. Laat het deksel op de pan liggen. Kijk af en toe of het blikje nog wel onder water staat. Giet indien nodig wat extra kokend water in de pan. Laat het blikje met dulce de leche na het koken helemaal afkoelen voordat je ermee aan de slag gaat. 

• Maak de taartbodempjes.
• Meng 210 g zachte boter met 105 g witte- en 105 g lichtbruine basterdsuiker, 8 ½ bakpoeder, een snufje zout en een snufje zuiveringszout.
• Meng er 290 g bloem door.
• Voeg 1 eidooier toe en kneed tot een mooi samenhangend deeg. 
• Verdeel het deeg in twee gelijke delen. Verpak één deel in huishoudfolie laat het minstens 1 uur in de koelkast rusten. Het andere deel wordt voor dit recept niet gebruikt, en mag je invriezen voor later gebruik.

• Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Plaats de 10 bakringen op de bakplaat.
• Haal het deeg uit de koelkast en kneed het kort door.
• Rol het op een met bloem bestoven werkblad uit tot 10 millimeter dikte. 
• Steek met de ronde uitsteker 10 plakjes uit het deeg.
• Leg de deegplakjes in de bakringen.
• Bak de taartbodempjes in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 13 minuten goudbruin en gaar. 
• Verwijder na het bakken onmiddellijk en heel voorzichtig de ringen met behulp van een ovenwant.
• Laat de taartbodempjes afkoelen op de bakplaat.

• Roer de dulce de leche los.
• Schep op elk taartbodempje een hoeveelheid dulce de leche en strijk glad. 
• Klop 250 ml slagroom met 2 el fijne kristalsuiker dik lobbig. 
• Voeg 75 g zure room toe en klop de slagroom stijf.
• Snijd twee grote bananen in schijfjes en beleg de taartjes met een aantal plakjes banaan.
• Doe de slagroom in een spuitzak en spuit de room op de plakjes banaan.
• Bestuif de taartjes met wat cacaopoeder.
• Serveer.