Peren-chocotaartjes
Wanneer ik tijdens deze herfstige dagen na het werk door weer en wind op mijn fiets naar huis trap, droom ik eigenlijk de hele terugweg over aangenamere oorden. Over Parijs bijvoorbeeld, in de lente, waar je heerlijk wandelend door de straatjes zo een kleine patisserie binnenloopt (je hoeft je neus maar te volgen). En dat je dan eenmaal binnen niet weet wat je moet kiezen, omdat de keuze tussen al die traditionele gebakjes reuze is. Wat een straf…
Gelukkig hoef ik niet helemaal naar Parijs om deze droom (deels) werkelijkheid te laten worden, want in Amsterdam zit Petit Gâteau (in de Haarlemmerstraat), en als je daar binnenstapt schijn je jezelf meteen in een Franse patisserie te wanen. Als ik het internet mag geloven liggen er in de vitrine versgebakken fraisiers, charlottes, financiers, sablés, macarons, eclairs en brioches.
En op de toonbank zouden meringues en madeleines liggen. Eigenlijk alles wat je van een Franse patissier mag verwachten is hier aanwezig. Zoals je denk ik al begrepen hebt ben ik er helaas nog nooit geweest, maar de eerst volgende keer dat er een bezoekje aan Amsterdam op de planning staat, wip ik hier zeker even binnen.
Tot die tijd zal ik het moeten doen met de recepten die Meike Schaling (eigenaresse van Petit Gâteau) in het Delicious magazine van september 2014 deelde. De eerste taartjes die ik gebakken heb zijn haar peren-chocotaartjes. Chocolade en fruit gaan altijd goed samen, en ook in dit geval blijkt het een match made in heaven te zijn. Wat zijn ze verrukkelijk! Zelfs de meest gure herfstdag wordt er nog aangenaam lekker van.
Tip: ik heb Doyenné du Comice peren voor deze taartjes gebruikt ~ in plaats van 5 kleine taartjes kun je er ook één grote van maken. Gebruik hiervoor een taartring van 20 centimeter doorsnee.
Ingrediënten
- 100 g bloem
- 40 g poedersuiker
- 65 amandelmeel
- snufje zout
- 60 g boter, koud
- 2 eieren (L)
- 50 g boter, op kamertemperatuur
- 50 g fijne kristalsuiker
- 2 el cacaopoeder
- 1 tl amandel-extract
- 3 kleine peren
- 3 el abrikozenjam
- geroosterd amandelschaafsel
Extra nodig
5 kleine taartringen van 8 centimeter doorsnee en 2 centimeter hoog, bakpapier, bakplaat, huishoudfolie, spuitzak, ronde uitsteker van 14 centimeter doorsnee
Tijd (ongeveer)
45 minuten bereiding, 20-25 minuten oven, 1 ½ uur wachten
Werkwijze
- Doe de bloem, poedersuiker, 15 g amandelmeel en het zout in een kom. Roer deze ingrediënten door elkaar met een garde.
- Snijd 60 g koude boter in kleine blokjes en voeg deze toe aan het bloemmengsel in de kom.
- Wrijf de boter en de bloem net zo lang tussen je vingers tot er geen stukjes boter meer te voelen zijn en er een kruimelig deeg is ontstaan.
- Klop 1 ei los. Voeg een beetje (ongeveer een kwart) van het geklopte ei toe en kneed het deeg tot een soepele bal. Voeg wat bloem toe als het deeg nog heel erg plakt en voeg wat ei toe als het deeg uit elkaar valt.
- Wikkel de deegbal in huishoudfolie en laat het 1 uur in de koelkast rusten.
- Bekleed een kleine bakplaat of plank die in de koelkast past met bakpapier.
- Leg de 5 taartringen op het bakpapier.
- Haal het deeg uit de koelkast en kneed het kort door. Kneed niet te lang, want dan wordt het deeg te zacht.
- Bestuif je werkvlak en je deegroller met wat bloem.
- Druk de deegbal plat en rol het deeg uit tot een lap van ongeveer 4 millimeter dik.
- Steek met een ronde uitsteker van 14 centimeter doorsnee 5 rondjes uit het deeg.
- Leg elk plakje deeg in een ring en druk het voorzichtig tegen de binnenkant van de ring aan.
- Snijd het overtollige deeg langs de rand weg.
- Zet de bakplaat/plank tot gebruik in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 190°C (boven- en onderwarmte). Bekleed, als je de taartringen op een plank in de koelkast hebt staan, een bakplaat met bakpapier. Heb je de ringen al op een bakplaat staan, dan hoef je dit dus niet te doen.
- Meng 50 g fijne kristalsuiker en 50 g amandelmeel in een kom door elkaar.
- Roer in een andere kom 50 g boter zacht.
- Voeg het suiker-amandelmeel-mengsel toe en roer dit goed door elkaar.
- Voeg 1 ei toe en klop tot er een romige crème ontstaat.
- Voeg het cacaopoeder en het amandelextract toe en roer deze goed door de crème.
- Vul een spuitzak met het mengsel.
- Neem de bakplaat uit de koelkast. Als je de taartringen op een plank hebt staan, plaats ze dan nu op de met bakpapier beklede bakplaat.
- Spuit de chocolade-amandelcrème op de taartbodempjes.
- Schil de peren, snijd ze doormidden en verwijder het klokhuis.
- Snijd vijf halve peren in de breedte in dunne plakjes (één halve peer wordt niet gebruikt)
- Leg de peren één voor één op de crème en druk op de peer zodat er een soort waaier ontstaat.
- Schuif de bakplaat in de oven en bak de taartjes in ongeveer 20-25 minuten gaar.
- Breng in een steelpan de jam met een klein beetje water aan de kook.
- Wrijf de jam door een zeef en bestrijk de warme taartjes ermee.
- Bestrooi de taartjes met wat geroosterd amandelschaafsel.
Comments
Post a Comment