Knapperige gemberkoekjes

 
Zoals jullie wel weten kan ik heel erg blij worden van het bakken van taarten en koekjes, ook als het om hele simpele taarten of koekjes gaat. En omdat we op het moment nog midden in het winterseizoen zitten, vond ik het tijd voor een simpel winters koekje. Een knapperig gemberkoekje om precies te zijn.

Ik weet natuurlijk niet hoe het bij jullie zit, maar ik associeer gember altijd met deze donkere & koude periode van het jaar. Misschien komt dit wel omdat gingerbread koekjes enorm populair zijn tijdens de feestdagen in december. En hoewel de kerstdagen natuurlijk al weer enige tijd achter ons liggen en de weersomstandigheden van deze week verre van winters te noemen zijn, heeft dit mij er niet van weerhouden om deze koekjes te bakken.

Gember is namelijk een heerlijk specerij: enerzijds pittig (of licht scherp) maar anderzijds ook fris met een zoete smaak. En natuurlijk is de verrukkelijke geur ook het vermelden waard. Bij gebruik in de keuken geeft het de baksels een heerlijke uitgesproken verwarmende wintersmaak. Deze verrukkelijke gemberkoekjes (die net zo knapperig zijn als de naam doet vermoeden) zijn dan ook de ideale koekjes om te combineren met een kop dampende thee en een dekentje op de bank. Extra pluspunt: ze zijn ongelooflijk gemakkelijk om te maken.


Ingrediënten

• 110 g zelfrijzend bakmeel
• 1 volle tl gemberpoeder
• 1 tl zuiveringszout
• 40 g kristalsuiker
• 50 g boter
• 50 g golden syrup 

Extra nodig
2 bakplaten, bakpapier
Tijd (ongeveer)
10 minuten bereiding, 10 minuten oven, 30 minuten wachten

Werkwijze

• Verwarm de oven voor op 190°C (boven- en onderwarmte). Bekleed de bakplaten met bakpapier.
• Zeef de bloem, het gemberpoeder en het zuiveringszout boven een kom. Roer deze ingrediënten met een garde door elkaar.
• Voeg de suiker toe en wrijf dan losjes met je vingertoppen de boter erdoor, tot je een kruimelig mengsel hebt.
• Voeg de golden syrup toe en meng deze door je mengsel met een lepel. Kneed het deeg vervolgens met de hand door, tot het soepel is.
• Verdeel het deeg nu zo precies mogelijk in 16 gelijke stukken. Rol van elk stukje een balletje.
• Leg de balletjes op ruime afstand van elkaar op de met bakpapier beklede bakplaten.
• Druk elk balletjes een klein beetje plat met de achterkant van een lepel.
• Bak de koekjes in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 10 minuten gaar: ze moeten uitgevloeid zijn en er craquelé uitzien.
• Laat de koekjes ongeveer 10 minuten afkoelen op de bakplaat en leg ze daarna op een rooster om verder af te koelen.
• Bewaar de koekjes in een luchtdichte trommel.

 

 

Bron recept: De kunst van het bakken, Delia Smith