Rijstevlaai

Rijstevlaai

 

De rijstevlaai. Ik vond het als kind al de lekkerste vlaai die er was: de heerlijke zachte vulling van rijst met daarbovenop slagroom en chocoladekrullen was (en is) voor mij gewoon een onweerstaanbare combinatie. Mij mag je er op elk moment van de dag een stuk van geven.

Op verjaardagen is het bij ons ook altijd een onmisbare gast. Vroeger (voor mijn tijd) werd een rijstevlaai alleen met Pasen gegeten. Gelukkig eten we de vlaai tegenwoordig wanneer en hoe we willen. Dus ook bij mij hoeft er geen sprake meer te zijn van een feestje om deze vlaai op tafel te zetten.

Omdat gewone paprijst nogal vlak van smaak is, heb ik een kaneelstokje met de rijstepap meegekookt. Maar je kunt natuurlijk ook een zakje vanillesuiker of een overlangs doormidden gesneden vanillestokje meekoken. In het Gebak Kookboek van Blue Band (waarin ik de inspiratie voor deze vlaai opdeed), wordt er de geraspte schil van een halve citroen als smaakmaker gebruikt. Dit heb ik zelf nog nooit geprobeerd, dus ik heb geen idee of dit een succes is.

Tip: wie van zacht en smeuïg houdt kan minder rijst gebruiken (ongeveer 130 gram); de rijst moet dan wel iets langer doorkoken om in te dikken, waardoor de korrel zachter wordt. De slagroom op de vlaai wordt extra lekker wanneer je wat vanillesuiker toevoegt.


Ingrediënten

  • 200 g bloem
  • 12 g verse gist
  • 850 ml melk
  • 55 g boter
  • 100 g kristalsuiker + 1 el + extra voor de garnering
  • 1 ½ ei (L)
  • snufje zout
  • 1 kaneelstokje
  • 150 g dessertrijst
  • 500 ml slagroom
  • chocoladekrullen/schilfers voor de garnering

Extra nodig
Een vlaaivorm van 28 centimeter doorsnee, spuitzak
Tijd (ongeveer)
45 minuten bereiding, ca. 25-30 minuten oven, 75 minuten wachten

Werkwijze

  • Maak 100 ml melk lauw (niet heet!) en los de gist erin op.
  • Doe het zout onder in een grote kom en zeef de bloem erboven.
  • Maak een kuiltje in de bloem en voeg 30 g boter, 1 eetlepel kristalsuiker en een half ei toe.
  • Schenk het gist/melk-mengsel erbij.
  • Kneed het geheel met de hand tot een glad, soepel en luchtig deeg.
  • Kneed het deeg dan nog even goed door op een werkblad.
  • Plakt het deeg erg aan de handen, voeg dan nog wat bloem toe. Is het deeg te stijf, giet er dan een scheutje melk bij.
  • Doe het deeg terug in de kom en bedek de kom met een vochtige doek. Laat het deeg op een warme plaats ongeveer een uur rijzen of tot het volume is verdubbeld.


  • Maak ondertussen de vulling voor de vlaai.
  • Breng 750 ml melk met een kaneelstokje aan de kook.
  • Strooi er al roerende de dessertrijst in. Blijf roeren tot de melk weer kookt.
  • Kook de rijst op een laag vuur, onder af en toe roeren, gaar en tot de juiste dikte. Kijk op het pak van de paprijst voor de geadviseerde kooktijd en kook dan iets langer door, tot er geen ongebonden melk meer in de pan zit.
  • Verwijder het kaneelstokje en roer 100 g suiker en 25 g boter door de rijstepap. Laat de rijstepap iets afkoelen.


  • Kneed het deeg na het rijzen opnieuw en rol het uit tot een dunne ronde lap waarmee de hele vlaaibodem bedekt kan worden.
  • Bekleed de vorm met het deeg. Het deeg dat over de rand uitsteekt kan je verwijderen door er met de deegroller overheen te rollen.
  • Prik het deeg hier en daar in met een vork en zet het nogmaals op een warme plaats om te rusten.
  • Roer in een kommetje 1 eierdooier met enkele eetlepels warme rijstepap los en meng dit door de rest van de rijstepap.
  • Klop 1 eiwit stijf en spatel deze door de rijstepap.
  • Schep de rijstepap op de vlaaibodem en strijk het glad.


  • Bak de rijstevlaai in een voorverwarmde oven van 200°C (boven- en onderwarmte) in ongeveer 25 tot 30 minuten gaar.
  • De vlaai is gaar als de vulling en het deeg bruin zijn en het deeg loslaat van de vorm.
  • Heeft de vlaaivorm een losse rand, dan kan de rand direct worden verwijderd en kan de vlaai vanaf de bodem op een rooster worden geschoven om af te koelen.
  • Laat bij het gebruik van een vlaaivorm uit één stuk de vlaai even afkoelen, zodat de vulling wat opstijft en deze er bij het keren niet uitvalt. Bedek de bovenkant van de vlaai met aluminiumfolie en leg daarop een rooster (ondersteboven). Voer de volgende handelingen snel uit. Keer het geheel om. Verwijder de bakvorm. Leg een tweede rooster op de onderkant van de vlaai en keer het geheel weer om. Verwijder het rooster en de folie.
  • Laat de vlaai helemaal koud worden.


  • Klop 250 ml slagroom stijf en zoet de slagroom tijdens het kloppen naar eigen smaak met suiker. Breng de slagroom gelijkmatig aan op de vlaai.
  • Klop de resterende 250 ml slagroom stijf en zoet ook deze naar eigen smaak met suiker.
  • Vul een spuitzak met de slagroom en garneer de vlaai naar wens met toeven slagroom en de chocoladekrullen.

 

 

Reacties

  1. Hoi Tessa,
    Afgelopen week hebben we genoten van een echte Limburgse rijstevlaai.
    Of ik die niet eens wil bakken vraagt mijn man. Fijn dat jij hier al een recept voor hebt staan! Gebruik je in dit recept verse of droge gist?
    Groetjes, Corrien

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo Corrien,
      In dit recept gebruik ik droge gist.
      Groeten Tessa

      Verwijderen

Een reactie posten