Kwarkbroodjes

Een goede voorbereiding is het halve werk. Om heerlijk relaxed de komende paasdagen in te kunnen gaan heb ik in de afgelopen periode verschillende paasrecepten uitgeprobeerd. Op deze manier weet ik namelijk precies wat ik in het paasweekend moet doen (en hoe lang ik daarmee bezig ben) en hoef ik mezelf vlak voor het weekend niet druk te maken over de paasbrunch, omdat die dan al tot in de puntjes geregeld is. 

Helaas waren niet alle recepten even succesvol, waardoor het ene baalmoment het andere snel opvolgde. Ik had bijvoorbeeld het idee opgevat om weer eens zelf broodjes te bakken (want wat is er nu lekkerder dan een uitgebreide paasbrunch met versgebakken broodjes?) en had hiervoor een recept voor chocolade hot cross buns met kersen op het oog. 

De eerste twee pogingen mislukte jammerlijk en toen er bij poging drie eindelijk een toonbaar broodje uit de oven kwam bleek deze verschrikkelijk te smaken. Toen vond ik het wel welletjes en besloot om die reden terug te vallen op een recept dat vorig jaar met Pasen een groot succes was: de kwarkbroodjes uit het geweldige bakboek Rutger Bakt. Op paaszondag zal mijn familie dus ontwaken met de geur van versgebakken kwarkbroodjes, beter kan die dag denk ik niet beginnen. 

Ingrediënten

• 120 g gedroogde abrikozen
• 120 g donkere rozijnen
• 100 g amandellikeur
• 500 g bloem
• 7 g gedroogde gist
• 250 g magere kwark
• 150 g boter, zacht
• 2 eieren
• 40 g witte basterdsuiker
• 1 tl zout
• 100 g fijne kristalsuiker
• 1 tl kaneel
• 75 g boter, gesmolten

Extra nodig

Huishoudfolie, bakpapier, 2 bakplaten

Tijd (ongeveer)

45 minuten bereiding, 15-20 minuten oven, 1 nacht wachten

• Begin met dit recept een dag van tevoren.
• Snijd de gedroogde abrikozen in kleine stukjes. Doe de stukjes abrikoos samen met de rozijnen in een kom en voeg de amandellikeur toe. Laat enkele uren wellen. 
• Maak ’s avonds het deeg. Laat de gewelde vruchten uitlekken.
• Doe de bloem, de gist, de magere kwark, 150 g zachte boter, de eieren, de witte basterdsuiker en het zout in een kom en kneed dit tot één geheel. 
• Neem het deeg uit de kom en kneed het minstens 10 minuten op je werkvlak tot een mooi elastisch deeg. Het deeg is vrij nat, maar voeg absoluut geen extra bloem toe: dit natte hoort zo. 
• Kneed ten slotte de gewelde vruchten door het deeg. 
• Doe het deeg in een kom en dek de kom af met huishoudfolie. Plaats de kom voor een nacht in de koelkast. 
• Bekleed 2 bakplaten ieder met 2 vellen bakpapier. 
• Kneed de volgende ochtend het deeg kort door en verdeel het in 16 stukjes. 
• Rol ieder stukje tot een mooi rond bolletje. Leg de bolletjes op enige afstand van elkaar op de met bakpapier beklede bakplaten en druk ze iets plat. 
• Laat de bolletjes op een warme plaats 1 uur rijzen. 
• Verwarm de oven voor op 220°.
• Bak de broodjes in het midden van de voorverwarmde oven in 15 tot 20 minuten goudbruin en gaar. 
• Meng ondertussen de fijne kristalsuiker en de kaneel in een kommetje. 
• Bestrijk de broodjes na het bakken direct met de gesmolten boter en doop ze ondersteboven in de kaneelsuiker (pas op voor je vingers, want de broodjes zijn heet).