Kersenvlaai

 

De zomer. Echt een seizoen waar ik een haat-liefde-verhouding mee heb. Ja, ik ben blij dat het minder regent, ik ’s ochtends begroet word door een aangenaam warm zonnetje en ik ’s avonds tot in de late uurtjes heerlijk buiten in de tuin kan zitten. Maar ik ben geen zonaanbidder, zodra het warmer dan 25 graden is krijg ik hoofdpijn, mijn productiviteit daalt wanneer de temperatuur oploopt en mijn humeur is niet opperbest te noemen. Ik ben meer het type dat ontzettend kan genieten van het frisse voorjaar, een aangename herfst en het lekker dik ingepakt in de heerlijke koude winterse buitenlucht lopen.

Toch ben ik elk jaar weer blij als het zomer is, het is namelijk hét fruitseizoen bij uitstek. Al van kinds af aan ben ik een groot fruitliefhebber en wat is er nu lekkerder dan al dat verse zomerfruit?

Dit fruit word door mij heel vaak zo uit het vuistje gegeten, maar het belandt ook regelmatig in een baksel. Toen ik recent wat van mijn blogposts zat terug te lezen, kwam ik er achter dat ik de kers niet heel vaak gebruik. De hoogste tijd dus om daar iets aan te veranderen. Het maken van een kersenvlaai stond al heel lang op mijn to-lijstje, dus daar bijt ik nu de spits mee af. Klein minpuntje is wel dat ik er een pot kersen op siroop voor heb gebruikt en geen verse exemplaren: deze waren een maand geleden nogal aan de dure kant. Maar zie het van de zonnige kant: zo kun je dit recept ook heerlijk in de wintermaanden maken. Het resultaat was in ieder geval verrukkelijk, precies zoals een kersenvlaai voor mij moet smaken.

Tip: Ik ben niet in het bezit van een echte vlaaivorm, maar een gewone lage ronde bakvorm (met losse bodem) werkt ook prima ~ wanneer je wel voor verse (ontpitte) kersen kiest, gebruik dan ongeveer 350 ml kersensap voor het aanmaken van het puddingpoeder ~ voor het maken van het deegraster heb ik een ruitvormduwer gebruikt. Wanneer je deze niet hebt, snijd dan reepjes uit de uitgerolde lap deeg en maak zelf een raster ~ voor het bestrooien van de vlaai heb ik gewone kristalsuiker gebruikt, maar je kunt natuurlijk ook grove suiker gebruiken ~ in plaats van een losgeklopt ei, kun je het deeg ook met wat water bestrijken.

Ingrediënten

• 1 pot kersen zonder pit op siroop (700 g nettogewicht, 350 g uitlekgewicht)
• 1 pakje vanillepuddingpoeder
• 150 g kersenjam
• 300 g bloem
• flinke snuf zout
• 25 g kristalsuiker
• 12 g instant gist
• 23 g boter
• 30 g olijfolie
• 1,5 dl melk
• 30 g eidooier
• 1 ei, losgeklopt
• grove suiker, optioneel

Extra nodig
Vlaaivorm van 28 centimeter doorsnee, huishoudfolie, vochtige theedoek
Tijd (ongeveer)
30 minuten bereiding, 20-25 minuten oven, 90 minuten wachten

Werkwijze

• Laat de kersen uitlekken en vang het sap/de siroop op in een kom.
• Meng in een kommetje het vanillepuddingpoeder met 6 eetlepels van het sap.
• Breng de rest van het sap al roerend aan de kook in een steelpan.
• Neem de pan van het vuur en voeg het aangemaakte puddingpoeder al roerend aan het sap toe.
• Laat dit mengsel onder voortdurend roeren 2 minuten op een laag vuur zachtjes doorkoken.
• Haal de pan van het vuur en roer de kersenjam erdoorheen.
• Roer er vervolgens de kersen doorheen.
• Giet de pudding in een schaal en dek deze af met huishoudfolie. Laat afkoelen.

 

• Meng de bloem, het zout en de kristalsuiker in een kom door elkaar met een garde.
• Voeg de gist toe en roer nog eens goed door met de garde.
• Voeg de melk, de olijfolie, de boter en de eidooier toe.
• Kneed het mengsel met de hand tot een glad, soepel en luchtig deeg.
• Kneed het deeg op je werkblad nog even goed door.
• Vorm van het deeg een bal en doe het deeg terug in de kom, die je lichtjes ingevet hebt met wat olie.
• Bedek de kom met een vochtige doek of huishoudfolie en laat het deeg op kamertemperatuur of op een warme plaats 30 minuten rijzen.

 

• Verwarm ondertussen de oven voor op 200°C (boven- en onderwarmte).
• Kneed het deeg even kort door en verdeel het in twee stukken: één stuk van 2/3 en het andere stuk van 1/3 van het deeg.
• Rol het stuk van 2/3 uit en bedek er de vorm mee. Rol het overtollige deeg er met een deegroller af.
• Prik het deeg hier en daar in met een vork.
• Giet de afgekoelde kersenpudding in de vorm en strijk het glad.
• Rol het tweede stuk deeg uit en maak hiervan een raster voor op de vlaai. Druk de randen van het raster goed aan.
• Bestrijk de bovenkant van de vlaai met losgeklopt ei en bestrooi de vlaai naar wens met grove suiker.
• Bak de vlaai in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 20-25 goudbruin en gaar. Zet een kommetje water in de oven om te voorkomen dat de korst uitdroogt.
• De vlaai is gaar als het deeg bruin is en loslaat van de vorm.
• Laat de vlaai afkoelen op een rooster.

Bron recept: het recept voor het vlaaideeg komt van www.baksels.net