Tiramisu truffels

 

 

In restaurants kijk ik altijd reikhalzend uit naar de dessertkaart. Het dessert is voor mij namelijk echt het hoogtepunt van het diner (al de andere gerechten dienen slechts als opwarmertje voor deze grote finale). Met een goede kaart voor mijn neus kan ik ontzettend vrolijk worden van de beschrijvingen van al die zoete lekkernijen, die soms zó lekker in de oren klinken dat ik meteen alles zou willen proeven.

En hoewel ik graag een beetje variatie in mijn desserts heb, is er één nagerecht wat ik eigenlijk altijd wel wil bestellen: tiramisu. De combinatie van Italiaanse savoiardi, mascarpone, zabaglione, espresso, marsala en cacaopoeder is gewoon hemels lekker. Nu maak ik thuis ook graag dit fantastische dessert, maar in je eentje zo’n grote schaal leeg lepelen is soms te veel van het goede.

Gelukkig heb ik een fantastisch alternatief gevonden: tiramisu truffels. Verrukkelijke kleine lekkernijen die je (mits goed ingepakt/afgedekt) in kunt vriezen, zodat je altijd iets lekkers achter de hand hebt en er eentje kunt pakken wanneer je daar zin in hebt (wel even een beetje laten ontdooien natuurlijk). Ze bleven bij mij uiteindelijk niet lang in de vriezer liggen, want ze zijn echt gevaarlijk lekker: één hapje en je wilt ze allemaal! Gelukkig zijn ze niet heel moeilijk om te maken: het is eigenlijk alleen een kwestie van opbouwen en onderdompelen (wat weinig vaardigheid vereist). Je bent er alleen wel even een tijdje mee bezig, maar het resultaat is de moeite meer dan waard, want geloof mij maar: niets is zo verleidelijk als een goed gevuld bonbonschaaltje met deze truffels.


Ingrediënten

• 120 ml kokend water
• 1 ½ el espressopoeder (3 sticks)
• 5 el amaretto
• 550 g pure chocolade, grof gehakt
• 125 ml slagroom
• 11 of 12 lange vingers
• 150 g mascarpone
• 2 el kristalsuiker
• cacaopoeder

Extra nodig
Vierkante bakvorm van 15 bij 15 centimeter, bakpapier, aluminiumfolie, bonbonvork
Tijd (ongeveer)
60 minuten bereiding, 1 nacht wachten

Werkwijze

• Vet de bakvorm licht in en bekleed deze strak met bakpapier. Zorg ervoor dat het papier ruim over de rand van de bakvorm hangt.
• Los het espressopoeder op in het kokende water. Voeg 2 eetlepels amaretto toe, roer goed door en zet apart.
• Smelt 100 gram grofgehakte pure chocolade samen met 1 eetlepel (15 ml) slagroom en 1 eetlepel amaretto au bain-marie.
• Giet dit mengsel in de bakvorm en strijk het glad.
• Houd 2 eetlepels van het koffie-mengsel apart. Week 11 of 12 lange vingers om de beurt in de rest van het afgekoelde koffie-mengsel en leg ze strak tegen elkaar in de bakvorm op de chocoladebodem.
• Doe de mascarpone in een kom en spatel hier 2 eetlepels amaretto, 2 eetlepels suiker en 2 eetlepels van het koffie-mengsel doorheen.
• Klop 110 ml slagroom lobbig/bijna stijf en spatel de helft hiervan luchtig door het mascarponemengsel (de andere helft van de slagroom wordt niet gebruikt).
• Schep het mascarponemengsel op de lange vingers in de bakvorm en strijk het glad.
• Dek de bakvorm goed af met meerdere lagen aluminiumfolie en plaats deze voor een nacht in de vriezer.
• Haal de volgende dag de bakvorm uit de vriezer en haal/trek de inhoud er uit.
• Snijd de tiramisu met een scherp mes in kleine blokjes. Leg de blokjes nog even terug in de vriezer.
• Hak 450 g pure chocolade in stukken en smelt au bain-marie. Laat de chocolade iets afkoelen. Strooi wat cacaopoeder in een diep bord.
• Leg een tiramisu-blokje in de chocolade en zorg dat het blokje helemaal bedekt wordt. Haal het blokje er met een vork uit, laat het even uitlekken (tik eventueel met de vork een paar keer tegen de rand van de kom) en strijk de onderkant van de vork af aan de rand van de kom (zodat de overtollige chocolade weer terug in de kom glijdt).
• Leg de truffel in de cacaopoeder en schep er met behulp van een lepel cacao overheen, zodat hij helemaal bedekt is.
• Haal de truffel uit de cacao en zet hem op een bord. Werk op deze manier alle truffels af.
• Zet de truffels tot het serveren in de koelkast.