Stroopkoekjes

 
 

Bij een kopje koffie of thee hoort natuurlijk zo nu en dan iets zoets. En wat smaakt er nu beter bij je theemomentje dan een heerlijk koekje? Nu het langzaamaan kouder begint te worden, begin ik te verlangen naar lekkere verse warme stroopwafels. Mmmm. Toen ik tijdens mijn studententijd in Nijmegen woonde kocht ik er af en toe eentje op de markt, dat was echt heerlijk genieten.

Tegenwoordig ben ik aangewezen op de koude supermarktexemplaren. Ook best lekker, maar toch mist er iets. Nu hoor ik je denken “dan maak je ze toch lekker zelf?”, maar dat gaat niet: ik ben helaas (nog) niet in het bezit van een (stroop)wafelijzer. Maar niet getreurd, ik weet een heerlijk alternatief op de stroopwafel: de stroopkoek. Dit is ook zo’n onweerstaanbaar lekkere oer-Hollandse lekkernij.

In tegenstelling tot de stroopwafel ken ik deze koeken enkel en alleen uit de supermarkt, op verse exemplaren ben ik nog nooit gestuit. Maar dankzij Cees Holtkamp (Koekje) weet ik nu hoe ik ze zelf moet maken. In plaats van grote koeken heb ik kleinere exemplaren gemaakt, maar dat doet niets af aan de smaak: ze zijn echt verrukkelijk. Tussen de twee heerlijke brosse koekjes zit een zachte laag stroop met kaneelsmaak. Om van te smullen.

Koud smaken de koekjes al heerlijk, maar warm zijn ze echt niet te versmaden. Wel een kleine waarschuwing vooraf: de stroop loopt langzaam tussen de koekjes uit, dus het kan een kliederboel worden. Maar wanneer je op je bank met je kopje thee zo’n fantastische zelfgemaakte stroopkoek weg zit te happen, weet je dat het de kliederboel meer dan waard is. 

Tip: voor een leuk ruitjespatroon in de koekjes, kun je met een bot mes streepjes trekken in de ongebakken deegplakjes.


Ingrediënten

  • 340 g zachte roomboter
  • 240 g witte basterdsuiker
  • snufje zout
  • 1 ei (L), losgeklopt
  • 450 g Zeeuwse bloem, gezeefd
  • 10 g bakpoeder, gezeefd
  • 200 g keukenstroop
  • 125 g donkere basterdsuiker
  • 1 tl gemalen kaneel

Extra nodig
Met bakpapier beklede bakplaten, ronde uitsteker van 6 centimeter doorsnee, huishoudfolie
Tijd (ongeveer)
30 minuten bereiding, 15-20 minuten oven, 15 minuten wachten

Werkwijze


  • Meng 240 g zachte boter met de witte basterdsuiker, het zout en het losgeklopte ei.
  • Kneed de Zeeuwse bloem en het bakpoeder erdoor.
  • Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het 1 uur rusten in de koelkast.
  • Verwarm de oven voor op 170°C (boven- en onderwarmte).
  • Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van 3 millimeter dik.
  • Steek met de ronde uitsteker van 6 centimeter doorsnee rondjes uit het deeg.
  • Leg de deegrondjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak de koekjes ongeveer 15-20 minuten in de voorverwarmde oven, tot ze goudgeel van kleur zijn.
  • Maak ondertussen de stroop.
  • Smelt hiervoor de keukenstroop in een steelpan. Roer de bruine basterdsuiker, 100 g zachte boter in blokjes en de gemalen kaneel erdoor. Meng tot je een egaal stroop-mengsel hebt.
  • Laat het mengsel afkoelen tot lauwwarm.
  • Haal de koekjes uit de oven, laat ze iets afkoelen en bestrijk de helft van de koekjes met de stroop. Leg de andere helft van de koekjes er bovenop.



Reacties

Een reactie posten